Hulppagina bewonerscategorie


Deze pagina wil helpen te bepalen tot welke bewonerscategorie een gezochte persoon behoorde. Eerst een opsomming van alle categoriën, dan de mogelijkheden om de categorie te bepalen via:
- de plaats waar een burgerlijke stand-akte is opgemaakt
- een beroep dat in een akte of elders is vermeld
- de grond van plaatsing
- de aankomstdatum

--

Ik onderscheid de volgende categoriën:
- Vrije kolonistengezinnen bewoonden kleine hoeves met lapjes land in een van de drie vrije koloniën, Frederiksoord (kolonie 1), Wilhelminaoord (kolonie 2) of Willemsoord (kolonie 3).
- Ingedeelden woonden bij een vrije kolonistengezin in huis in een van de drie vrije koloniën, Frederiksoord (kolonie 1), Wilhelminaoord (kolonie 2) of Willemsoord (kolonie 3). Ze worden ook wel 'bestedelingen' genoemd.
- Personeelsleden van de Maatschappij waren er zowel in de vrije koloniën als in de onvrije koloniën. Ze werden vaak aangeduid als 'ambtenaren'.
- Arbeidershuisgezinnen bewoonden woningen aan de buitenkant van de gestichten in Veenhuizen. Vanaf 1832 zijn er ook die een woning bij de Ommerschans bewoonden, enkelen waren te Wateren gevestigd. Ze worden soms kortheidshalve aangeduid als 'arbeider'.
- Bedelaars woonden op slaapzalen in een van de onvrije koloniën Ommerschans of Veenhuizen.
- Wezen in Veenhuizen woonden op slaapzalen in een van de gestichten in de onvrije kolonie Veenhuizen.
- Veteranen bewoonden woningen aan de buitenkant van de gestichten te Veenhuizen of een arbeiderswoning bij de Ommerschans. Ze komen in de administratie ook wel eens voor als 'militaire invalides'.
- Hoevenaars bewoonden een grote boerderij op de gronden bij een van de onvrije koloniën Veenhuizen en Ommerschans. In de administratie worden ze ook wel aangeduid als 'bouwboeren' of 'landbouwers' of 'vrijboeren'. (Later zijn er op de vrije koloniën ook 'vrijboeren', maar die bewonen geen grote boerderij, ze hebben alleen een financieel iets onafhankelijker status).
- Kwekelingen woonden als inwonende leerlingen op slaapzalen in het 'Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding' te Wateren.
- Strafkolonisten waren voor straf tijdelijk ondergebracht in de woningen op de wallen van de Ommerschans. Ze worden ook wel aangeduid als 'walkolonisten' of 'bankolonisten'.

Opmerking: De administratie van de kolonie-bewoners is GEEN sluitend geheel. Er zijn altijd uitzonderingen. Bijvoorbeeld mensen die behoren tot de ene categorie maar toch worden geadministreerd bij een andere categorie omdat ze 'tot de sterkte' van die andere categorie worden gerekend. Er zijn tal van steeds weer veranderende organisatie-regeltjes (zo wisselt het takenpakket van een wijkmeester om de paar jaar) en daarnaast werden ter plekke regelmatig individuele beslissingen genomen die volgens de dan geldende regels eigenlijk niet konden.



De plaats waar een burgerlijke stand-akte is opgemaakt


Meestal merken mensen dat een voorouder iets met de Maatschappij van Weldadigheid te maken heeft gehad doordat er een geboorte-, huwelijks- of overlijdensakte opduikt in de directe omgeving van de koloniën. Het betreft aktes uit de plaatsen Avereest (Ov), Diever (Dr), Norg (Dr), Ommen (Ov), Steenwijkerwold (Ov), Vledder (Dr) of Weststellingwerf (Fr). Natuurlijk zegt zo'n akte niets als het voorgeslacht al langer in die omgeving woont, maar anders is er grote kans dat het een koloniebewoner betreft.. Die plaatsen nalopend:

Avereest, Ommen Stad en Ambt Ommen voerden de burgerlijke stand voor het grondgebied van de Ommerschans. In sommige akten komt de term Ommerschans ook voor, in andere niet.
- Als de akte daar is opgemaakt en het betreft een alleenstaande, dan was de gezochte persoon op dat moment of bedelaar (verreweg de grootste categorie met gemiddeld 1200 personen, dus het meest waarschijnlijk) of strafkolonist (gemiddeld 80 alleenstaande strafkolonisten) of personeelslid
- Als de akte daar is opgemaakt en het betreft een gezin, dan was de gezochte persoon op dat moment of bedelaar of strafkolonist (gemiddeld 30 gezinnen) of personeelslid of hoevenaar (gemiddeld 24 gezinnen) of arbeidershuisgezin (niet meer dan ± 10 gezinnen) of veteranengezin (niet meer dan ± 10 gezinnen)
NB: Als de akte is opgemaakt in Avereest is de kans relatief groot dat het om een hoevenaar gaat.

Norg voerde de burgerlijke stand voor Veenhuizen. In de meeste akten komt de term Veenhuizen ook voor, in sommige niet.
- Als de akte daar is opgemaakt en het betreft een alleenstaande, dan was de gezochte persoon op dat moment of bedelaar (2000 à 4000 personen) of personeelslid (enkele tientallen) of wees (1500 à 2500 personen).
NB: Weliswaar zijn er weeskinderen te Veenhuizen die tot op hoge leeftijd in het gesticht blijven en zijn er ook bedelaarskinderen gehuisvest, maar bij mensen onder de 23 jaar is de kans groot dat het om weeskinderen gaat.
- Als de akte daar is opgemaakt en het betreft een gezin, dan was de gezochte persoon op dat moment of bedelaar of arbeidershuisgezin of personeelslid (enkele tientallen) of hoevenaar.(gemiddeld ± 15 gezinnen)

Vledder voerde de de burgerlijke stand voor Frederiksoord, Doldersum en merendeel Wilhelminaoord.
Weststellingwerf voor de noordelijkste gedeelten van Wilhelminaoord en Willemsoord, ook wel voorkomend onder namen als Oostvierdeparten, Westvierdeparten of Steggerda.
Steenwijkerwold voor Willemsoord.
In sommige akten komt de naam van de kolonie voor, in andere niet.
- Als de akte in een van deze plaatsen is opgemaakt en het betreft een gezin, dan was de gezochte persoon op dat moment of vrije kolonist of personeelslid.
- Als de akte in een van deze plaatsen is opgemaakt en het betreft een alleenstaande, dan was de gezochte persoon op dat moment of ingedeelde of personeelslid.
Pas op: deze plaatsen voerden ook de burgerlijke stand voor de 'desperado-koloniën' die in de buurt van de vrije koloniën lagen. Illegale nederzettingen met zelfgebouwde hutten als Mariënkampen, Noordwolde-Zuid (of Lombok) en Vledderveen en hoogstwaarschijnlijk ook eentje in Nijensleek. Ze werden merendeels bewoond door nakomelingen van kolonisten, maar na hun vertrek naar de desperado-kolonie kan er over hen in het archief van de Maatschappij van Weldadigheid geen informatie gevonden worden.

Diever voerde de Burgerlijke Stand voor Wateren.
- Als de akte daarvandaan komt, of anderzins in een akte sprake van Wateren is, dan was de gezochte persoon op dat moment of vrije kolonistengezin op een boerderijtje daar (alleen tot 1831) of arbeidershuisgezin (slechts één à twee) of personeelslid (slechts twee) of kwekeling (waarschijnlijk).



Een beroep dat in een akte of elders is vermeld


Sommige burgerlijke stand-aktes vermelden een beroep, er kan ook een andersoortig document zijn waar een beroep van de gezochte persoon gevonden is.
- Als er staat 'kolonist' zegt dat niet alles, veel notarissen e.d. beschouwden dat als synoniem voor koloniebewoner en er kan bijna elke categorie mee bedoeld worden. Het is alleen onwaarschijnlijk dat de persoon op dat moment personeelslid was.
- Als er staat 'arbeider' en de persoon verblijft in Veenhuizen of Ommerschans is het hoogst waarschijnlijk dat hij behoort tot de arbeidershuisgezinnen, als hij verbleef in de vrije koloniën was hij vrije kolonist.
- 'Bedelaarkolonist' werd gebruikt als synoniem voor bedelaar.
- Als er staat 'militair' of een militaire rang waren het vermoedelijk veteranen.
- Beroepen als directeur, adjunct-directeur, onder-directeur, directeur van de fabrieksarbeid etc zijn altijd personeelsleden.
- Hetzelfde geldt voor alles waar 'baas' achter staat, timmermansbaas, bakkersbaas, wagenmakersbaas, smidsbaas. Daarentegen behoren de timmerman, de bakker enzovoort meestal 'tot de sterkte' van de kolonisten of de bedelaars of de wezen of de arbeiders, en werden ook daar geadministreerd.
- Hoofd der school en schoolmeester werden geadministreerd bij de personeelsleden, maar hulpmeesters zijn vaak weeskinderen of zoons van vrije kolonisten.
- De brigadier-veldwachter en de onder-brigadier zijn altijd personeelsleden, gewone veldwachters zijn meestal veteranen maar soms ook bedelaars.
-  Boekhouders, winkeliers, magazijnmeesters, zaalopzieners en wijkmeesters zijn koloniale personeelsleden. Op dat moment, want bijvoorbeeld wijkmeesters in de vrije koloniën werden vaak gerecruteerd uit mensen die bij aankomst vrije kolonisten of ingedeelden waren.
- Ook stalknechten, koks en een deel van de schrijvers waren in Ommerschans en Veenhuizen meest bedelaars of wezen en in de vrije koloniën vrije kolonisten.
- Een élève is meestal een zoon van een vrije kolonist, hoevenaar of ambtenaar, die 'in eenig vak van koloniale werkzaamheid' wordt opgeleid.
- Als iemand 'gewone kolonist' wordt genoemd, wordt meestal vrije kolonist bedoeld.



De grond van plaatsing


Informatie over de grondslag van iemands plaatsing kan komen uit de database Maatschappij van Weldadigheid op www.drenlias.nl of uit eerste onderzoek in de bevolkingsregisters van de Maatschappij of uit archiefonderzoek in de plaats van herkomst. Een waarschuwing bij dat laatste: veel plaatselijke authoriteiten zagen 'Frederiksoord' als synoniem voor 'de koloniën'. Als in een plaatselijk archief staat dat iemand 'naar Frederiksoord' gaat, kan er evengoed een van de andere koloniën bedoeld worden.
- Als bij een gezin wordt vermeld dat ze gratis zijn geplaatst op grond van 'het kontrakt met de regering van 1 maart 1823', of  'gratis bij kontrakt gouvernement',.dan waren ze bij aankomst arbeidershuisgezin.
- Als wordt vermeld dat iemand is geplaatst op grond van 'de tweede helft van het kontrakt met het gouvernement van 16/19 juni 1826' en het betreft een gezin, dan waren ze bij aankomst arbeidershuisgezin. Betreft het een alleenstaande, dan was hij/zij bij aankomst ingedeelde. Mensen geplaatst op dit contract worden soms ook wel aangeduid als 'behoeftige huisgezinnen en eenlopende personen'.
- Bij sommige koloniebewoners wordt vermeld dat ze zijn geplaatst op basis van een contract met een instantie (armbestuur, weeshuis, diakonie, etc). Betreft het een gezin, dan waren ze bij aankomst vrije kolonisten. Betreft het een alleenstaande dan was hij/zij bij aankomst vrijwel altijd ingedeelde, in enkele gevallen bedelaar.
- Als iemand is geplaatst op contract met een particulier, dan was hij/zij bij aankomst ingedeelde.
- Als er een letter bij het contract staat (A 7 of C 9 ofzoiets): Als die letter een A, B of C is en het betreft een gezin, dan waren ze bij aankomst vrije kolonisten. Betreft het een alleenstaande dan was die bij aankomst ingedeelde. Als die letter D of E is, was de persoon bij aankomst ingedeelde en als die letter een F is, dan was hij/zij bij aankomst bedelaar.
- Als een gezin is geplaatst 'uit de contributie', dan waren ze bij aankomst  vrije kolonisten
- Als een gezin of een persoon is geplaatst 'bij vrijwillig engagement' behoorden ze bij aankomst tot of de huisverzorgers (die werden geadministreerd als vrije kolonisten) of personeelsleden..



Aankomstdatum:


- Als iemand aankomt in de kolonie vóór september 1822 en het betreft een gezin dan waren ze bij aankomst of vrije kolonisten of personeelsleden
- Als iemand aankomt in de kolonie vóór september 1822 en het betreft een alleenstaande dat was hij/zij bij aankomst of ingedeelde of personeelslid
- De meeste aankomsten van september 1822 tot april 1823 zijn bedelaars (Ommerschans), de meeste aankomsten van december 1823 tot februari 1824 zijn arbeidershuisgezinnen.
- De meeste aankomsten vanaf februari 1824 tot en met 1825 waren weeskinderen, bedelaars en arbeidershuisgezinnen.
- De meeste aankomsten in 1826/1827 waren veteranen.