In deze inventaris worden de archiefjes van drie families Steenbergen beschreven. Eén gemeenschappelijke stamvader is op grond van deze stukken niet aan te wijzen. De reden waarom de drie archiefjes toch in één inventaris worden beschreven is enkel gelegen in het feit dat het om dezelfde naam gaat en dat ze toevallig alle drie in het Rijksarchief in Drenthe aanwezig waren.

Deze families Steenbergen zijn afkomstig uit het kerspel Zuidwolde in Zuid-West Drenthe. Het kerspel Zuidwolde had in die tijd geen echte dorpskern, maar bestond uit ongeveer 12 buurtschappen. Een daarvan is Steenbergen. Het is niet duidelijk of de families Steenbergen hun naam ontlenen aan de buurtschap Steenbergen, of dat juist de buurtschap zo is gaan heten omdat de families Steenbergen er steeds woonden.

De Steenbergens zijn eigenerfde boerenfamilies die nogal eens op de voorgrond treden in die zin dat ze regelmatig de functie van schulte, ette en/of die van volmacht naar de Landdag uitoefenen.

Het eerste hier beschreven archief (genealogie A en archief A) is dat van een familie Steenbergen waarvan de oudste zonen de namen Albert en Lucas voeren. Het zijn eigenerfde boeren. Lucas Albert Steenbergen (1683- 1744) was van 1713-1743 bovendien ette voor het Beilerdingspel. Diens zoon Albert Lucas (1702-1752) was eveneens ette. De zoon van Albert Lucas, die weer naar zijn grootvader Lucas wordt genoemd (1783-1816), werd in 1814 lid van de Vergadering der Staten van het landschap Drenthe L. Buning, Het Herenbolwerk, 1966, Assen, blz. 125.. Een zoon van hem, Frerik Lucas Steenbergen (1783-1865), was van 1811-1841 burgemeester van Zuidwolde. Behalve de genoemde Albert had Lucas Albert (1683-1744) nog 5 zonen. Zoon Jan werd predikant, zoon Willem werd schrijver en solliciteur bij de compagnie van kapitein Sijgers. De zonen Warner en Lucas stierven jong, op resp. 21-jarige en 14-jarige leeftijd Zie genealogie C.. Van deze 4 zonen zijn geen stukken in het archief aanwezig. Wel echter van zoon Cornelis Steenbergen (1712-1761); deze werd in 1736 schulte van Zuidwolde en Hoogeveen. Een nakomeling van hem is Albertus Steenbergen (1814- 1900), ontvanger van de gemeente Hoogeveen, die in zijn vrije tijd schilderde, dichtte en romans schreef, o.a. "de Clapper van A. en P. Calkoen". Over dit boek is na zijn dood in 1900 deining ontstaan, toen ontdekt werd dat dit verhaal niet op oude historische documenten maar slechts op fantasie berustte.

Het tweede archief (genealogie B en archief B) is van een familie Steenbergen waarin de voornamen Hilbert en Hendrik veel voorkomen. De leden van deze familie zijn ook eigenerfde boeren in Zuidwolde. Zij treden niet zo op de voorgrond.

Het derde archief (genealogie C en archief C) is van een familie Steenbergen met voornamelijk de voornamen Roelof en Arent. Deze familie laat weer herhaaldelijk van zich horen. In het begin van de 17e eeuw warejn achtereenvolgens 4 leden van dit geslacht Steenbergen schulte van Zuidwolde Deze inventaris nr. 2.. Later was bij voortduring een lid van deze familie ette in de Etstoel. Naast het boerenbedrijf exploiteerde deze familie een brouwerijtje. Arent Roelofs Steenbergen, die in 1671 met Jentjen Alberts van Wemmenhove trouwde, is bijvoorbeeld een typische exponent van deze familie: hij was landbouwer, brouwer, herbergier en comparant van de Landsdag.