U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.1. De familie Van Echten (Drents Archief)

Uw zoekacties: Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
Dit boek bevat de beschrijving van een aantal archieven. Allereerst is dat het archief van het huis te Echten, gedurende eeuwen bewoond door de familie Van Echten. In het begin van de 19e eeuw kwam het via het huwelijk van Rudolph Otto van Holthe en Anna Geertruida van Echten in de familie Van Holthe tot Echten, welke het huis in de jaren zeventig van deze eeuw verkocht.
Ten tweede wordt beschreven het archief van de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen. Deze compagnie was een geesteskind van Roelof van Echten, heeft altijd een Van (Holthe tot) Echten als hoofddirecteur gehad en had ook verder vele banden met huize Echten. Bij het compagniesarchief is een aantal archieven gedeponeerd.
Los hiervan staat echter het archiefje van de Zwindersche Veencompagnie, waarin R.O. van Holthe een belangrijk aandeel had.
Ten slotte staat hierin beschreven het archief van de jurisdictie Echten, de neerslag van de werkzaamheden van leden van de familie Van Echten als "Heer van Echten en Echtens Hoogeveen".
Aan elk onderdeel zal ik enige aandacht besteden.
1.1. De familie Van Echten
0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
1. Inleiding
1.1.
De familie Van Echten
De familie Van Echten behoorde tot de oude adellijke geslachten in Drenthe. Vanaf halverwege de dertiende eeuw traden regelmatig Van Echtens op in allerlei zaken. Het is zeer waarschijnlijk dat de Van Echtens in die 13e eeuw voortgekomen zijn uit het geslacht van Coevorden *  .
De oudst bekende Van Echten, Volker, zou de zoon zijn geweest van Rudolph, die weer een zoon was van Volker van Coevorden. Volker van Echten komt voor in akten uit de jaren 1262-1290 *  . Diens zoon Rudolph werd in 1275 door Hendrik van Borculo beleend met de grove en smalle tienden te Echtenerveen en Zuidwolde *  .
Deze oudste Van Echtens zijn de stamvaders geworden van een geslacht waarvan leden tot in de 19e eeuw in Echten gewoond hebben. Voor een uitgebreide genealogie zij verwezen naar de in dit boek opgenomen Genealogie van het geslacht Van Echten. Hier wil ik slechts de hoofdlijnen volgen, voor zover die van belang zijn voor het begrip van deze inventaris.
De tak van Echten, die bezittingen in en rond Echten had, zette zich van de zojuist genoemde Volker (vermeld 1262-1290) en Rudolph (vermeld 1275-c.1337) voort via een tweede Volker (vermeld 1331-1353, overleden voor 1363) naar Roelof (IV) van Echten (de nummers achter de namen zijn dezelfde als die in de genealogie). Deze verkreeg in 1363 bijna alle door zijn vader nagelaten goederen in de marke Echten en het kerspel Zuidwolde *  . Daarbij behoorde ongetwijfeld ook het huis te Echten, dat Volker in 1353 gekocht had van Henric van Koverden *  . Tot de familiebezittingen behoorden eveneens de tienden te Echten, Zuidwolde, Lhee, Linthorst, Schoonvelde en Pesse, die leengoederen waren van de heren van Coevorden en Borculo.
Roelof (IV) van Echten (vermeld 1350-1381), gehuwd met Beerte en overleden in 1389, had vier kinderen van wie Johan (V) de oudste was. Ruim vier eeuwen zijn de bezittingen in Echten ononderbroken vererfd van een Roelof op een Johan en van Johan weer op Roelof van Echten, allen rechtstreekse afstammelingen van deze Roelof.
Deze Roelof (IV) en Johan (Va) behoorden in elk geval tot de ridderschap van Drenthe *  . Ook twee andere zonen van Roelof waren ridder: Hendrik, woonachtig te Ruinen, en Reynolt, wonende te Dwingeloo. Vermoedelijk woonde laatste al op het huis Oldengaerde: zijn zoon Volker in elk geval wel *  .
Johan (Va) van Echten had een zoon Roelof (VI), die pas op latere leeftijd trouwde met Bate van Steenwijck in 1464 *  en hertrouwde met Catharina Stellinx.
Diens zoon Johan (VII) (vermeld 1484-1493) trouwde Harmanna van den Rutenberge, die de havezate Oldrutenborch (onder Vollenhove) erfde *  . Hun oudste zoon Roelof werd erfgenaam van het huis te Echten, hun tweede zoon Johan zette het Echtense geslacht voort op het Overijsselse Oldruitenborch.
Roelof van Echten (VIII) komt in 1518 en 1520 voor als lid van de ridderschap van Overijssel *  . Vermoedelijk was dat nog wegens het bezit van de havezate Oldrutenborch. Later, in 1534, maakte hij deel uit van de Drentse ridderschap *  en zal zijn broer Johan zich verder in het Overijsselse hebben opgehouden. Roelof (VIII) trouwde in 1530 Elisabeth van den Clooster *  en werd vrij oud. In 1563 droeg hij zijn "satelstede" te Echten over aan zijn zoon Johan, maar hield het vruchtgebruik ervan tot zijn dood *  .
Behalve een zoon Johan hadden Rudolf en Elisabeth van den Clooster nog een dochter Agnes, die trouwde met Hendrik Schaap *  .
Johan (IX) van Echten heeft in Drenthe verschillende vooraanstaande functies bekleed. Hij werd o.a. ette en tekende in 1580 de Unie van Utrecht namens Drenthe *  . Hij trouwde driemaal: met Elsabe van Dompseler, uit welk huwelijk dochter Elisabeth werd geboren, met Johanna van den Bussche en met Aeltje Waterman, uit welk huwelijk Roelof (X) in 1592 werd geboren. Deze laatste Roelof trouwde in 1614 met Anna Bentinck, bij wie hij drie kinderen verwekte: Johan, Sophia en Hendrik.
Roelof (X) verkreeg in 1607 het huis van Echten van zijn vader *  en was vanaf 1615 actief in bestuur en rechtspraak van Drenthe: ette, gedeputeerde en van 1639 tot zijn dood in 1643 drost. Maar ook op andere terreinen was hij actief. Hij was een der participanten in de Zwartesluis, de belangrijkste toegangspoort te water van Drenthe *  . In 1625 sloot hij een overeenkomst met de markegenoten van Steenbergen en Ten Arlo om het veengebied ten oosten van deze marken te ontginnen. In het jaar daarop kreeg hij van het Drentse bestuur bepaalde heerlijke rechten over zijn veengebied (zie hierna). Om de ontginning effectiever uit te voeren richtte hij in 1631 de Algemene Compagnie van 5000 Morgen op, waarin hij zelf hoofddirecteur en hoofdparticipant werd. Nauwelijks 50 jaar oud overleed hij in 1643.
Aan zijn oudste zoon Johan (XIa), geboren in 1618, werd in 1645 het huis te Echten toegedeeld *  . Hij trouwde twee jaar later met Elisabeth Geertruid van den Boetzelaar en hertrouwde na haar overlijden met Anna Elisabeth van Haersolte. Ook Johan bekleedde, net als zijn vader, vele overheidsfuncties in Drenthe, zoals ette en gedeputeerde.
Hetzelfde valt te zeggen van zijn oudste zoon zoon Roelof (XII), geboren in 1648. Ook hij was jaren ette en gedeputeerde, korte tijd verwalter-drost en van 1701 tot zijn dood in 1735 drost van Coevorden en Drenthe.
In 1727 droeg Roelof de havezate Echten over aan zijn zoon Johan (XIII) *  , die in 1680 was geboren uit zijn huwelijk met Johanna van Hardenbroek. Deze Johan heeft een militaire carrière opgebouwd en is zelfs luitenant-generaal en gouverneur van Meenen (in België) geweest. Hij trouwde driemaal: in 1718 met Christina Elisabeth van Cronström, in 1724 met Wendelina Cunera Lewe en in 1724 met Allegonda Susanna van Haersolte. Uit deze huwelijken werden veertien kinderen geboren. Een van die veertien was Roelof (XIVa), geboren in 1731 en getrouwd in 1772 met Anna Wilhelmina Tjarda van Starkenborgh. In 1756 kreeg hij van zijn vader de havezate Echten *  .
Een ander was Arend (XIII.6), geboren in 1733 en gehuwd in 1780 met Joanna Antoinetta Geertruid d'Eysschen tot Gerner. Hij verwierf zich de Arendshorst en kon op grond daarvan verschreven worden in de ridderschap van Overijssel *  . Na het overlijden van zijn vrouw in 1804 werd hij voor de helft gerechtigd tot de havezate de Gerner bij Dalfsen.
Een derde was Jan (XIVb), geboren in 1741 en gehuwd met Johanna Eritia Wielinga Hij werd grietman van Barradeel in Friesland.
Roelof van Echten had twee dochters, Allegonda Susanna en Anna Geertruida. De eerste trouwde in 1794 met Ludolf Tjarda van Starkenborgh en de tweede in 1802 met Rudolph Otto van Holthe. Omdat Arend geen kinderen had en Jan alleen twee dochters, werd het geslacht van Echten in de mannelijke lijn niet voortgezet.

Kenmerken

Datering:
(1275) 1316 - 1952
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0614
Categorie: