U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.2. Nationale Bond Landbouw en Maatschappij (Drents Archief)

Uw zoekacties: Drentsche Boerenbond

0678 Drentsche Boerenbond

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.2. Nationale Bond Landbouw en Maatschappij
0678 Drentsche Boerenbond
1. Inleiding
1.2.
Nationale Bond Landbouw en Maatschappij
Vanaf het begin was de onderlinge samenwerking tussen de boerenbonden hecht. Bij belangrijke zaken werd naar buiten toe opgetreden onder de naam "Samenwerkende Boerenbonden". Al verscheidene keren werd er aangedrongen op de vorming van één nationale bond. Op 29 mei 1933 werd in Meppel tot de oprichting van een landelijke bond besloten, genaamd Nationale Bond Landbouw en Maatschappij. Het doel van "L en M" werd in de concept-statuten als volgt omschreven: De bevordering van de stoffelijke welvaart van de Nederlandsche bevolking in het algemeen en van de plattelandsbevolking in het bijzonder, met eerbiediging van ieders godsdienstige overtuiging. In de definitief op 15 oktober 1934 vastgestelde en op 21 januari 1935 koninklijk goedgekeurde statuten werd "de behartiging van de culturele belangen" aan het doel van de vereniging toegevoegd. De provinciale reglementen werden aangepast aan de statuten en het huishoudelijk reglement van L en M.
Begin 1934 telde de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij in totaal 16.000 leden, waarvan ruim 9.000 in Drenthe dat vanaf het begin een numeriek spectaculaire positie in L en M innam. In het landelijk hoofdbestuur waren de Drenten ook ruim vertegenwoordigd: 4 van de 13 zetels werden door hen bezet. De voorzitter was eveneens een Drent, E.Z. Oldenbanning (tevens voorzitter van de afdeling Drenthe van L en M), die tot 1940 in functie is gebleven. Smid was adviserend lid van het bestuur. In de Drentsche dorpen waren veel agrariërs en dorpsmidddenstanders lid van L en M; daarnaast bleven velen nog lid van het Drentsch Landbouw Genootschap.
In 1935, vlak voor de Statenverkiezingen, adviseerde het bestuur van L en M de leden om op de NSB te stemmen, met het oog op het landbouwprogramma van deze partij. De verkiezingen werden een groot succes voor de NSB en de andere politieke partijen verweten L en M dat zij te vriendelijk was geweest voor deze partij.
De verhouding tot de politieke partijen werd slechter. Van de landbouworganisaties was het KNLC op het punt van samenwerking nog het meest flexibel, terwijl de christelijke en katholieke organisaties zich het meest afwijzend opstelden. In 1935 was L en M er toch in geslaagd om wat meer ontzag te verwerven in Nederland, niet in de laatste plaats door toedoen van J. Smid. Van verschillende kanten was er serieuze aandacht en er ontstonden contacten met kringen, waar men zich voorheen min of meer had genegeerd voor relaties met de boerenbonden. In het bestuur van L en M heeft men bewust geprobeerd het aanzien van L en M op te vijzelen, door ' sterker dan in voorgaande jaren ' de sociaal-culturele betekenis van de boerenstand voor de gehele samenleving te onderstrepen.
In de jeugdclubs van L en M werd het besef voor het "cultureel-eigene" van de plattelandsbevolking bijgebracht. In de loop van 1935 waren deze jeugdverenigingen ontstaan. Aanvankelijk werden er op propaganda- avonden van L en M met veel succes toneelstukjes opgevoerd. Na de Landdag van 16 juli 1935 (door L en M gehouden te Assen) werden in verschillende plaatsen in Drenthe jeugdclubs opgericht. De nadruk werd gelegd op de sociale een culturele vorming en op de verhoging van de waarden en normen van de eigen plattelandscultuur, op christelijke grondslag. Begin augustus waren er ongeveer 15 van deze jeugdverenigingen in Drenthe, waar jongeren tussen 18 en 35 jaar bij aangesloten waren. Door middel van vergaderingen, lezingen, excursies, kampen enz. moesten de doelstellingen en idealen gerealiseerd worden. Op velerlei gebied waren de jeugdclubs actief: gezinsleven, buurtschap, arbeidsverhoudingen, levensstijl, volkskunde, plattelandstoneel en -literatuur, volkszang enz. De jeugdverenigingen maakten een explosieve groei door. Eind 1935 waren er 19 clubs met ongeveer 1500 leden, in 1937 106 (!) clubs met ruim 5000 leden. Alleen al in Drenthe waren er 71 clubs. Een commissie werd ingesteld om leiding te geven aan deze jeugdafdelingen.
Naast de vorming van de jeugd nam ook de propaganda een belangrijke plaats in. Op plaatselijk, provinciaal en nationaal niveau werd propaganda voor L en M gemaakt. In vele plaatsen waren plaatselijke propagandisten actief en ook in sommige provincies werden speciale provinciale propagandisten aangesteld. In de beginjaren functioneerden de propagandadiensten echter niet optimaal, zodat aan het eind van de dertiger jaren een aparte commissie werd ingesteld met het doel de propaganda te uniformeren en te verbeteren.
Per 1 augustus 1934 verscheen het nieuwsblad "Landbouw en Maatschappij" wekelijks. Het bestuur van L en M was echter niet tevreden. Het meende dat de grote landelijke pers onvoldoende begrip toonde voor de noden van het platteland en een gebrek aan inzicht had in de sociale en culturele betekenis van de boerenstand. De publieke opinie werd gevormd door een pers, die door het "grootstedelijk kapitaal" werd gesteund, waartegen L en M onvoldoende tegenwicht kon vormen. Een eigen drukkerij leek noodzakelijk en was bovendien financieel aantrekkelijk. Op 13 augustus 1935 werd de NV De Agrarische Pers opgericht, waarmee de mogelijkheid werd geopend om een eigen nieuwsblad uit te geven. Vanaf 1 oktober 1936 verscheen te Meppel het "Agrarisch Nieuwsblad", het eerste jaar drie keer per week, vanaf 1 oktober 1937 dagelijks. Het was een uitgave verzorgd door een aan L en M gelieerde combinatie. Het Agrarisch Nieuwsblad helde over naar bedekte NSB- en nazipropaganda.
In juli 1935 telde L en M meer dan 20.000 leden, maar dit aantal nam nauwelijks nog toe. Bij de kerkelijke, orthodoxe en traditioneel ingestelde boerenbevolking in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant kreeg L en M amper aanhang; in Limburg meldde zich zelfs geen enkel lid aan. In Holland en Zeeland ging het om kleine aantallen (Noord-Holland 600 leden, Zeeland 200 leden).
In 1936 werden door L en M vergeefse pogingen ondernomen om met de provinciale, bij het KNLC aangesloten landbouworganisaties samen te werken. De provinciale en landelijke landbouworganisaties stelden zich zeer gereserveerd op ten opzichte van L en M. De bij KLNC aangesloten verenigingen (met name de "rechtse") konden het politiek-economische programma van L en M niet onderschrijven. De weg die L en M insloeg, was ook voor het KLNC onaanvaardbaar. Men wilde de goede verstandhouding met L en M echter wel behouden, doch zonder nauwe samenwerking. Ook de Agrarische Pers werd afgekeurd. Het landbouwstandpunt moest onder de aandacht van een breed lezerspubliek worden gebracht, maar met een eigen agrarische pers zou men de lezers van de grote dagbladen niet bereiken, "men zou alleen maar spreken tot diegenen, die niet meer bekeerd behoeven te worden".
Overeenkomstig haar doelstelling wilde L en M meer zijn dan alleen maar een boerenbeweging, maar zij had weinig aantrekkingskracht op andere bevolkingsgroepen. Vooral in Drenthe telde L en M nog wel wat middenstanders en landarbeiders onder haar leden, maar de anti-socialistische tendens van L en M weerhield veel "rode" landarbeiders van aansluiting. Zij beschuldigden L en M van relaties met de NSB. L en M was de NSB echter tegemoet getreden zoals zij dat andere partijen had gedaan, maar hierdoor had zij die politieke en kerkelijke groeperingen tegen zich in het harnas gejaagd, die stelling hadden genomen tegen het fascisme. Er heerste twijfel over de "neutrale" houding van L en M; sommigen meenden, dat zij een bijwagen of mantelorganisatie van de NSB was (enkele zeer bekende leden van L en M waren openlijk lid van de NSB). L en M kende voor- en tegenstanders van de NSB. Maar zij werd min of meer de fascistische hoek in gedreven, doordat zij kritiek uitoefende op de democratie.
De Kamerverkiezingen van 1937 brachten de NSB een nederlaag toe. Ten opzichte van 1935 werd zijn stemmenpercentage bijna gehalveerd. De terugval in Drenthe was overigens het geringst. Eind 1937 was het enthousiasme binnen de verscheidene afdelingen van L en M sterk bekoeld. Van sommige plaatselijke propagandisten ging nog maar weinig activiteit uit. Ook in verscheidene jeugdclubs verflauwde de belangstelling. Verschillende oorzaken zijn aanwijsbaar voor deze ontwikkeling. Ten eerste was het "heilige vuur" bij veel boeren wat gedoofd doordat in 1937 de economische situatie, met name op de zandgronden, gunstiger was dan in voorgaande jaren. Voorts ondervond L en M voor haar landbouwpolitieke ideeën weinig steun en medewerking van de landbouworganisaties, integendeel, zij werd fel bestreden en bovendien beschuldigd van NSB- en nazi- sympathieën. Tenslotte was er door L en M op landbouwpolitiek gebied nog geen enkel tastbaar resultaat bereikt.
L en M pleitte al jaren voor opheffing van de onrechtvaardig geachte verschillen in beloning tussen agrarische en niet-agrarische arbeid. In 1937 werd door de Tweede Kamer de begroting op het Landbouwcrisisfonds aangenomen. Op de wanverhouding in beloning was weliswaar door enkele Kamerleden geattendeerd, maar het was bij woorden gebleven, hetgeen bij L en M tot teleurstelling en verbittering had geleid. Een wijziging van regeringsvorm werd door L en M wenselijk geacht, al kon men zich over een specifieke vorm niet uitspreken. Het niet tegemoetkomen aan de verlangens van L en M leidde tot toenemende frustratie en resulteerde geleidelijk in een aggressievere opstelling en meer radicale opvattingen.
Vanaf 1938 hadden pogingen tot samenwerking met andere organisaties zo goed als geen resultaat meer, hoewel binnen landbouwkringen de gesprekken met anderen toch gaande werden gehouden. In de winter en het voorjaar van 1939 werden enige besprekingen gevoerd met de Groninger Maatschappij van Landbouw, evenals met het KNLC. L en M wilde overgaan tot een andere strijdwijze, met harder optreden en met krachtiger taal, een tactiek die zelfs de voorzichtige Smid goedkeurde omdat "zakelijke redenering de anderen niet had overtuigd van de noodzaak van sociale en economische heroriëntering". De jaarlijkse Landdag in 1939 stond dan ook in het teken van de strijd. Smid en Ruiter voerden er het woord. Smid legde uit dat zijn streven om anderen te overtuigen "met een op deugdelijke argumenten en ernstige studie berustend, zakelijk betoog" was mislukt. Blijkbaar was een fellere strijdmethode nodig.
In een ledenraadsvergadering, waar ook afgevaardigden van verscheidene politieke partijen aanwezig waren, werd voor 't eerst gesproken over staatkundige hervormingen. Op de vergadering van het hoofdbestuur van 31 juli 1939 werd verkondigd dat het parlementarisme had gefaald en dat daarom samenwerking zou moeten worden gezocht met andere groepen, die een autoritaire staatsvorm nastreefden, om zo te komen tot een nationale concentratie. De Duitse inval in Polen, met daaropvolgend de Engelse en Franse oorlogsverklaring aan Duitsland, noodzaakte het bestuur van L en M echter om zijn staatkundig streven voorlopig te laten varen. Medio september werd in "Landbouw en Maatschappij" aan de leden van L en M medegedeeld dat de regeringsmaatregelen "langs de weg van opbouwende kritiek" zouden worden beoordeeld.
Ook in 1939 was er een afnemend enthousiasme bij de leden. Het bestuur zag in dat verandering van strategie en intensivering van de propaganda noodzakelijk waren om de "laksheid" bij de leden te bestrijden. De financiële middelen ontbraken hier echter voor. De verkoop van brochures, insignes, toneelstukjes en kalenders, het houden van extra collectes, overschotten van Landdagen, het Propagandafonds en de afdracht per abonnee door de Agrarische Pers brachten weliswaar een aanzienlijk bedrag in het laadje (naast de ledencontributie), maar de financiën bleven beperkt. En dan waren de bestuursleden en de adviseurs nog volledig onbetaald.
In mei 1940, na de Duitse inval, stond L en M de opbouw van een nieuwe volksgemeenschap voor ogen, waarin de scheidsmuren tussen de verschillende bevolkingsgroepen zouden verdwijnen. De agrarische richtlijnen van L en M zouden hierbij worden gehanteerd. Tussen L en M-leden van verschillende groeperingen (waaronder de NSB) werden diverse vergaderingen gehouden, die evenwel geen van alle succesvol waren. Eind juni besloot L en M zelfstandig te proberen de reorganisatie van de Nederlandse landbouw te verwezenlijken. In juli vonden hiertoe de eerste contacten plaats met de Duitse autoriteiten.
In diezelfde maand was het Nederlandsch Boerenfront tot stand gekomen, gegroeid uit de Agrarische Dienst van de NSB. Het stond onder leiding van E.J. Roskam, een der oudste medewerkers van Mussert. De acties van L en M waren de leiding van de NSB niet ontgaan; ook de NSB telde een aantal agrarische leden met ambitie voor een toekomstige leidende positie in agrarisch Nederland. De NSB-leden van L en M behoorden automatisch tot het Boerenfront en in verschillende provincies waren uit deze leden Boerenfront-leiders gerecruteerd. De oprichting van het Boerenfront werd door het bestuur van L en M als een direct gevaar gezien voor de eigen activiteiten. Mede op aandrang van de eigen NSB-leden werd met het Boerenfront overleg gepleegd ten einde onnodige conflicten te voorkomen; over de noodzaak van een reorganisatie van de landbouw bestond immers geen verschil van mening. Het Boerenfront stelde als eis dat L en M zich bij het Boerenfront zou aansluiten, maar dit was voor L en M onaanvaardbaar omdat het grootste deel der leden geen NSB-lid was en nooit voor aansluiting zou voelen. Ook andere eisen van Boerenfront-zijde werden door L en M afgewezen. Wel wilde L en M zover gaan om samen met het Boerenfront een nieuwe organisatie te vormen, maar los van de NSB, wat door het Boerenfront uiteraard van de hand werd gewezen. Toch werd besloten om een goede verstandhouding met het Boerenfront op te bouwen, maar zonder aan de eisen en voorwaarden van laatstgenoemde beweging tegemoet te komen.
Met het KLNC werden er in juli en augustus besprekingen gevoerd om te komen tot centrale provinciale commissies. Begin oktober werd door L en M een landelijke commissie ingesteld, teneinde de provinciale commissies te coördineren in één overkoepelend landelijk verband. Kort hiervoor hadden de Duitse autoriteiten het bestuur van L en M echter laten weten, dat ook het Boerenfront bij de nieuw te stichten organisatie moest worden betrokken. Korte tijd later deelden de Duitsers mee, dat alleen samenwerking op de voorwaarden van het Boerenfront werd aanvaard. De beslissing tot een fusie met het Boerenfront viel in de ledenraadsvergadering van 11 november 1940. Direct na de aansluiting trok Smid zich terug uit het bestuur. Eind december 1940 werd de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij ontbonden.

Kenmerken

Datering:
1933-1939
Beschrijving:
Drentsche Boerenbond
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0678 Drentsche Boerenbond
VERKORT:
NL-AsnDA, 0678
Categorie:
  • Zonder categorie