U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.
1.1. Bureau Bijzondere Jeugdzorg (Drents Archief)
0774 Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe
0774
Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe
Inventaris
1. Inleiding
1.1. Bureau Bijzondere Jeugdzorg
0774 Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe
1. Inleiding
1.1.
Bureau Bijzondere Jeugdzorg
laatste wijziging 25-03-2005
Tot 1 november 1945 was sectie XIV (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), afdeling Jeugdzorg van het Militair Gezag belast met de zorg voor en de opvang van kinderen van om politieke redenen geïnterneerde ouders. Per 1 november 1945 werd de afdeling Jeugdzorg opgeheven en werden de taken overgedragen aan het Ministerie van Justitie, 7e afdeling (Rijkstucht- en Opvoedingswezen) D, Bureau Bijzondere Jeugdzorg (BBJ) onder leiding van de psycholoog L.M.H. Berger.
In ieder provincie werd een provinciale inspecteur benoemd. De provincies werden ingedeeld in districten onder leiding van een (streek-)districtsinspecteur. De provinciale inspecteur was belast met de uitvoering van het jeugdzorgbeleid in de provincie en rechtstreeks belast met het toezicht op de tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg. De (streek-) districtsinspecteurs waren belast met de zorg voor en de opvang in pleeggezinnen geplaatste kinderen. Het jeugdzorgbeleid werd centraal vanuit Den Haag gecoördineerd. Met de zorg voor en het toezicht op de gebouwen en tehuizen werd de Rijksgebouwendienst, ressorterend onder het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw, belast. In de meeste gevallen werd met de eigenaren van de door het Militair Gezag gevorderde huizen (periode 1944-1945) een huurovereenkomst gesloten.
Geregeld contact werd onderhouden met het Nederlands Beheersinstituut (NBI) om waar mogelijk de kosten van de opvang van de kinderen te verhalen op het door het NBI beheerde vermogen van geïnterneerde ouders.
Van meet af aan was het beleid van het BBJ er op gericht de zorg voor kinderen van om politieke redenen geïnterneerde ouders over te dragen aan particuliere verenigingen, stichtingen en instellingen, die werkzaam waren op het terrein van de justitiële kinderbescherming. Bovendien werd een snelle gezinshereniging bevorderd. Terstond na vrijlating van één der ouders moest het kind het tehuis verlaten.
Het BBJ werd in maart 1949 opgeheven. In de loop van het jaar 1950 werd de administratieve en financiële afwikkeling beëindigd.
laatste wijziging 10-10-2019
6 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1945-1948
Beschrijving:
Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe / Tehuis Ten Arlo te Zuidwolde
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0774 Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe
VERKORT:
NL-AsnDA, 0774
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0774 Provinciale Inspectie voor de Bijzondere Jeugdzorg Drenthe
VERKORT:
NL-AsnDA, 0774
Categorie:
laatste wijziging 10-10-2019
6 beschreven archiefstukken