Terug naar de openingspagina
    
    
    
      Onderzoek in het archief naar arbeidershuisgezinnen bij de
        Maatschappij van Weldadigheid 1823-1859
    
    
    Arbeidershuisgezinnen waren volgens de Maatschappij mensen die meer
    toezicht nodig hadden dan vrije kolonisten. Zij woonden aan de
    buitenkant van de gestichten te Veenhuizen, hadden in tegenstelling
    tot vrije kolonisten geen eigen landje (of hooguit een moestuintje
    aan huis) en werkten op de gronden rond de gestichten. De eerste
    arriveerden eind 1823, in de administratie worden ze soms 'arbeider'
    in plaats van arbeidershuisgezin genoemd.
    
    Vanaf 1832 duiken er ook in de bevolkingsregisters van de
    Ommerschans gezinnen op die arbeider of arbeidershuisgezin genoemd
    worden. Dat zijn er maar een paar en die hebben meestal een functie,
    als bijvoorbeeld 'opziener bij het vlas' of 'veearts'. Tenslotte
    waren er bij het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding in Wateren
    ook altijd één of twee arbeidershuisgezinnen gevestigd.
    
    Arbeidershuisgezinnen kunnen voorkomen in de databases op www.alledrenten.nl,
    maar er kunnen er heel goed missen.
    
    Tenzij anders vermeld horen de op deze pagina genoemde
    inventarisnummers (invnrs) bij het Archief van de Maatschappij van
    Weldadigheid, Drents Archief toegang 0186.
    
    
    Twee soorten arbeidershuisgezinnen
    Er zijn twee soorten arbeidershuisgezinnen die op verschillende
    manieren werden geadministreerd.
    
    1)  Tot de eerste groep behoren:
    - gezinnen die vanaf december 1823 door steden gratis werden
    geplaatst op grond van 'het kontrakt met het Gouvernement van 1
    maart 1823', in het bevolkingsregister vaak kortheidshalve aangeduid
    als 'gratis bij kontrakt gouvernement'.
    - vrije kolonistengezinnen die werden gedegradeerd, al dan niet op
    eigen verzoek, omdat ze het bestaan in de vrije koloniën niet
    aankonden. In het bevolkingsregister wordt hun oude vorm van
    plaatsing, op contract of uit de contributie, vermeld.
    - getrouwde vrije kolonistenkinderen of ingedeelden voor wie op de
    vrije kolonie geen plaats was maar die door de permanente commissie
    geholpen werden met een plaats als arbeidersgezin.
    
    2) De tweede groep bestaat uit gezinnen die tussen 1830 en
    1857 geplaatst werden op 'de tweede helft van het contract met het
    gouvernement van 16/19 juni 1826'. In de administratie worden die
    vaak aangeduid met de in dat contract gebruikte term 'behoeftige
    huisgezinnen' en hebben zij een 'bis'-nummer.
    
    -----------------
    
    De onder 1) genoemde groep arbeidershuisgezinnen
    In de bevolkingsregisters kreeg deze groep - in tegenstelling tot
    het overgrote merendeel van de koloniebevolking - geen nummer. Ze
    werden geïdentificeerd aan de hand van het gesticht waar ze woonden
    plus het woningnummer. Dus Veenhuizen 1, Veenhuizen 2, Veenhuizen 3,
    Ommerschans en Wateren, meestal afgekort als V1, V2, V3 , OS en W,
    met bij Veenhuizen en Ommerschans het woningnummer, bij Wateren was
    dat niet nodig omdat er zo weinig woonden. Deze bevolkingsregisters
    staan sinds kort op internet (uitleg daarover staat bij de invnrs).
    Naar
de
      invnrs
    
    Waarschuwing
    Data in de bevolkingsregisters van de Maatschappij van Weldadigheid
    zijn alleen betrouwbaar voorzover zij spelen TIJDENS het koloniale
    verblijf. Gegevens van vóór de aankomst in de kolonie, bijvoorbeeld
    geboortedata, zijn vaak onjuist en moeten absoluut gecheckt met
    doop- of andere gegevens in de plaats van herkomst.
    
    Aankomsten 1823-1827
     'Nominatieve staten' van de aankomst in de kolonie, met
    vermelding van aankomstdatum, gezinssamenstelling en waar zij
    gevestigd worden, invnr 1370 
    
    Designaties 1823-1853
     Vanaf 01-01-1823 tot en met 1853 staan alle toewijzingen
    (designaties) van een plek in de kolonie, ook voor
    arbeidershuisgezinnen, op datum in registers, met ondermeer
    vermelding van de aard van de plaatsing, aankomstdatum, namen van de
    gezinshoofden, wie zij eventueel opvolgen, waar gevestigd en soms
    bijzonderheden, in invnr 1395. Designaties zijn normaliter kort voor
    de feitelijke aankomst.
    
    Van vrije kolonist tot arbeidershuisgezin
     Als een vrije kolonistengezin tot arbeidershuisgezin werd
    gedegradeerd, gebeurde dat normaliter na een zitting van de Raad van
    Politie en Tucht in de gewone (= vrije) koloniën. Daarbij komt aan
    de orde waarom het gezin, al dan niet op eigen verzoek, wordt
    teruggezet, vaak met verwijzing naar eerdere tuchtraadzittingen waar
    ook al problemen waren geconstateerd. Naar de
      invnrs
    
    
    
    De onder 2) genoemde groep 'behoeftige
        huisgezinnen'
    Op volgorde van plaatsing is er een apart 'Designatieregister van
    het Gouvernement overgenomen huisgezinnen en éénloopende personen in
    computatie van de tweede helft van het contract van 16/19 juny
    1826', met ondermeer vermelding van de aard van de plaatsing,
    aankomstdatum, namen van de gezinshoofden, wie zij eventueel
    opvolgen, waar gevestigd en soms bijzonderheden, in invnr 1395.
    
    Designatielijsten
     Lijsten met persoonsgegevens door gemeentebesturen en
    gouverneurs opgesteld, sommige summier, andere met veel gegevens,
    regelmatig inclusief signalementen, invnr 1397.
    
    Bevolkingsregister
     Een bevolkingsregister van de op dit contract geplaatste
    personen is pas aangelegd rond 1835 toen er al enkele vertrokken
    waren en bijgehouden tot 1859 toen nagenoeg alle 1826-ers van de
    kolonie verdwenen waren, invnr 1399.
    Op basis van dit register hadden zij allemaal een nummer dat in alle
    administratie (als het niet vergeten werd) werd vergezeld van de
    aanduiding 'bis'. Overal waar iemand met een 'bis'-nummer voorkomt,
    betreft het een geplaatste op dit contract.
    
    Waarschuwing: Data in de bevolkingsregisters van de Maatschappij van
    Weldadigheid zijn alleen betrouwbaar voorzover zij spelen TIJDENS
    het koloniale verblijf. Gegevens van vóór de aankomst in de kolonie,
    bijvoorbeeld geboortedata, zijn vaak onjuist en moeten absoluut
    gecheckt met doop- of andere gegevens in de plaats van herkomst.
    
    Verstrekkingen en verdiensten
     In de periode 1841-1849 werden van hen per week bijgehouden de
    kosten van verstrekte kleding, huisraad, voorschotten en 'reparatie
    aan schoenen', en anderzijds de stortingen die zij daarvoor deden en
    hun reserve, invnr 1158.
    Soms staan de bis-nummers erbij, soms de woningnummers in Veenhuizen
    1 of 3. Met potlood bijgeschreven folio-nummers verwijzen naar invnr
    1159:
    De totalen per half jaar van die verstrekkingen en verdiensten staan
    voor de periode 1836-1858, met diverse losse velletjes met
    rekensommetjes, in het rekeningenboek, invnr 1159. Het begint wat
    deze gezinnen betreft op folio 170 (voorin staan bedelaarsgezinnen),
    maar op folio 201 stuitte de klerk op het eind van het boek en begon
    hij vanaf folio 169 naar voren te werken. Achterin het boek zit een
    alfabetische namenlijst.
    
    Invaliditeit
     Van degenen onder hen die door lichaamsgebreken niet tot
    afdoende arbeid in staat waren, werden voor de periode 1832-1848
    preciese gegevens, inclusief omschrijvingen van het lichamelijke of
    geestelijke gebrek, bijgehouden in invnr 1398. Lijsten met 'No 1'
    zijn gedeeltelijk invalide, lijsten met 'No 2' zijn geheel invalide.
    
    ---------------
    
    Voor beide groepen
    Voorafgaand aan de aankomst is er correspondentie tussen de
    permanente commissie en de plaatsende instantie (of een subcommissie
    of een gemeente- of provinciebestuur), waarbij laatstgenoemde het
    gezin voordraagt. Als een arbeidershuisgezin werd gepromoveerd tot
    vrije kolonistengezin of vrijboer, of met ontslag van de kolonie
    wegging, of tot de strafkolonie werd veroordeeld (zie ook
    hieronder), is daar correspondentie over geweest tussen de directeur
    van de kolonie, de permanente commissie en de plaatsende instantie.
    Als de plaatsende instantie eenmaal bekend is, kan daarop worden
    gezocht in de post.
    
    Bij verbanning naar de strafkolonie
     Veroordeling tot de strafkolonie geschiedde door de tuchtraad
    van het gesticht waar het arbeidershuisgezin geplaatst was. Veel
    zittingsverslagen zijn bewaard gebleven. Ze vermelden vanwege welk
    'misdrijf' iemand verbannen wordt, geven het verweer van de
    beklaagde en eventuele getuigenverklaringen. Omdat voor verbanning
    toestemming nodig is van de permanente commissie in Den Haag, zit er
    gemiddeld een maand tussen veroordeling en aankomst in de
    strafkolonie. Naar de
      invnrs
    
    Alle mutaties 1833-1859
     Alle mutaties uit de periode 1833-1859, ook van hoevenaars,
    worden per maand en per kolonie vermeld in de mutatie-registers. Dit
    kan geraadpleegd als het bevolkingsregister geen uitsluitsel geeft,
    maar omdat alle bewonerscategoriën hier in staan kan het ook extra
    informatie leveren. Als bijvoorbeeld een zoon of dochter
    gedeserteerd is, kan nagelopen of er op diezelfde datum ook iemand
    uit het bijbehorende gesticht gedeserteerd is. Naar
      de invnrs
    
    
    Voor de doorzetters
    Eerder op deze pagina zijn al enkele tijdstippen genoemd rond welke
    het zinvol kan zijn de post door te nemen. Het kan ook op goed
    geluk. In de brievenboek kan bij ´afzender´ gekeken worden naar
    brieven van het arbeidershuisgezin en de samenvattingen van de
    brieven van de directeur en van de plaatsende instantie doorlopen
    worden op opmerkingen over het gezin, zie zoeken
      in de post.
    
    Doornemen tuchtzaken
     In de bevolkingsregisters werden alleen de zwaardere straffen
    tegen een kolonist als verbanning naar de strafkolonie genoteerd.
    Een paar dagen strafkamer of een boete of 'eene ernstige vermaning'
    door de directeur werden niet opgetekend. Het merendeel van wat er
    voor de Raad van Tucht gebeurt is daardoor niet vastgelegd in de
    bevolkingsregisters. Bij een vermoeden dat het arbeidershuisgezin
    wel eens voor de raad heeft gestaan, bijvoorbeeld als je merkt dat
    ze niet al te best bij de directie aangeschreven staan, zouden de
    dozen met tuchtraadzittingen doorlopen kunnen worden. Naar
      de invnrs
    
    De Star doornemen, 1819-1825
     In het maandblad De Star van de Maatschappij van Weldadigheid
    zijn twee plaatsen waar arbeidershuisgezinnen genoemd kunnen worden:
    - In de rubriek 'Kolonie-berichten', elke maand achterin het nummer.
    - In de jaarverslagen, die meestal in het augustus- of
    septembernummer van elk jaar gepubliceerd werden.
    
    
    Na 1859: Wil het laatste arbeidershuisgezin het licht uitdoen?
    Toen de staat in 1859 de gestichten te Veenhuizen en de Ommerschans
    overnam, kwam er ook een einde aan het verschijnsel
    arbeidershuisgezin. Ze hoefden echter niet op stel en sprong weg. Er
    is een register van mensen die op het moment van de overname nog als
    arbeidershuisgezin in Veenhuizen of de Ommerschans verbleven, invnr
    1369.
    In 1861 zijn ze vrijwel allemaal verdwenen, de meesten gaan naar de
    vrije koloniën als vrije kolonist of als ingedeelde, anderen gaan
    met ontslag..
    
    Enkelen blijven en de laatsten die nog in Veenhuizen en Ommerschans
    zitten, staan in het archief van de Rijkswerkinrichtingen te
    Veenhuizen en Ommerschans, ook bij het Drents Archief, toegang
    0137.01.
    Zo staan de paar arbeidershuisgezinnen die van 1859-1873 nog in
    Veenhuizen 2 wonen, in toegang 0137.01 invnr 595, één ongenummerde
    folio ongeveer halverwege het register. NB: Sommigen kunnen in dit
    register staan bij de 'Particulieren'. De paar die er in de jaren
    erna nog in Veenhuizen 2 zijn, staan in toegang 0137.01 invnr 596.
    In 1876 verdwijnt daar de laatste. Misschien staan ze op nog meer
    plaatsen, maar die heb ik nog niet gevonden. Zie verder de
    inventaris van de Rijkswerkinrichtingen, zie
      hier voor de hele inventaris.