Het Drents Archief doet op verzoek van de gemeente Assen onderzoek naar de onteigening van Joodse eigendommen in en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Aanleiding daarvoor is een onderzoek van het KRO-NCRV programma De Monitor dat in kaart brengt welke rol Nederlandse gemeenten hebben gespeeld bij de onteigening en doorverkoop van Joodse eigendommen. Gemeente Assen wil bijvoorbeeld laten onderzoeken of er belastingen op deze huizen is geheven terwijl de Joodse eigenaren er niet woonden. Deze transacties werden door de Duitse bezetter bijgehouden in Vastgoedboeken. In deze Verkaufsbücher staan 71 woningen in Assen geregistreerd die onteigend zijn en later doorverkocht.
Rol van gemeente Assen
Door het onderzoek wil de gemeente inzicht krijgen in haar rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het Drents Archief is ingeschakeld om alle feiten op een rij te zetten, omdat het reeds over veel kennis over het onderwerp beschikt. Het onderzoek blijft overigens niet beperkt tot de 71 vermelde woningen. Bij het Drents Archief is ook bekend dat in de Tweede Wereldoorlog gronden van Joodse eigenaren in Assen-Oost zijn onteigend. Ook hier wordt onderzoek naar gedaan.
Wethouder Mirjam Pauwels vindt het belangrijk dat het onderzoek wordt verricht. “We willen inzicht krijgen in onze rol. Dat zijn we verplicht aan de betrokken Joodse eigenaren en hun nazaten.” Wanneer het onderzoek klaar is, is nog niet bekend. De wethouder: “We willen daarvoor de tijd nemen. Het moet grondig gebeuren.”
75 jaar Vrijheid in Drenthe
Drents Archief is blij met de onderzoeksopdracht van de gemeente Assen, aldus directeur Corinne Rodenburg. “De opdracht van de gemeente Assen sluit aan bij het geheel van projecten die vorig jaar zijn ontwikkeld in het kader van de herdenking van 75 jaar Vrijheid in Drenthe.”
‘Naar Holland toe’
De vaders van de vier kinderen maakten deel uit van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, het KNIL. Dit koloniale leger vocht sinds 1814 voor de Nederlanders. Toen Indonesië in 1949 onafhankelijk werd, hield het KNIL op te bestaan. Maar wat moest er nu gebeuren met de KNIL-militairen? Verschillende opties passeerden de revue. Een ding werd duidelijk: de ex-soldaten van de KNIL konden niet op de Molukken blijven. Uiteindelijk werd de Nederlandse staat in een kort geding gedwongen om de hoofdzakelijk Molukse militairen voorlopig naar Nederland te halen. Door ze in dienst te nemen, konden naar Nederland worden verscheept. Ongeveer 12.000 mannen, vrouwen en kinderen stapten daarom begin 1951 op de boot. ‘”Naar Holland toe...”
.
Het Drents Archief en AAN DE ANDERE KANT werken samen om de verhalen rond Schattenberg en de Moluks-Nederlandse geschiedenis te vertellen.
Kamp Schattenberg wordt mede mogelijk gemaakt door financiële bijdrages van Provincie Drenthe, Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe en De Emmaplein Foundation.