Het archief van het Drents Landbouw Genootschap werd in 1977 door het Dagelijks Bestuur aan het Rijksarchief in Drenthe in bewaring gegeven en overgebracht naar de rijksarchiefbewaarplaats te Assen. Overeengekomen werd dat het beheer zou worden gevoerd overeenkomstig de voorschriften geldend voor overheidsarchieven, waarbij het DLG het recht behield om ' indien noodzakelijk ' archiefbescheiden uit het archief te lenen. Met betrekking tot de openbaarheid geldt de bepaling dat stukken jonger dan 50 jaar slechts toegankelijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek, ter beoordeling van de rijksarchivaris of diens plaatsvervanger.

Van de ongeveer 80 strekkende meter archiefbescheiden die zijn overgebracht, is uiteindelijk circa 30 meter bewaard gebleven. De andere stukken zijn met toestemming van het bestuur vernietigd, waaronder dubbele exemplaren. De inventarisatie, waarmee in januari 1981 werd begonnen, kon een jaar later worden afgesloten. Als formele grens is het jaar 1965 genomen. Hoewel sommige archiefstukken van jongere datum zijn (de jaarverslagen zijn aanwezig tot en met 1974), lopen de notulen van vergaderingen van het Hoofdbestuur en het Dagelijks Bestuur, en die van de Algemene Vergaderingen, tot en met 1965.

Bij de inventarisatie is zoveel mogelijk de oorspronkelijke orde gehandhaafd, hoewel het voor de overzichtelijkheid toch nodig bleek hier en daar te splitsen of samen te voegen.

Als hoofdafdeling voor de ordening is gekozen voor die in "Organisatie" en "Uitvoering der taken". Onder "Organisatie" zijn alle stukken gebracht die betrekking hebben op de structuur en het functioneren van het DLG, onder "Uitvoering der taken" die welke de diensten en activiteiten betreffen. Laatstgenoemde hoofdafdeling is onderverdeeld in 7 onderafdelingen. De eerste is "Secretariaat", de tweede "Financiën", de derde "Ledenadministratie" en de vierde "Diensten en Activiteiten". De vijfde onderafdeling wordt gevormd door commissies, diensten en bureaus die door het DLG zijn ingesteld, ten dienste van de leden en het bestuur. Omdat het DLG vrijwel vanaf het begin een adviserende, stimulerende en voorlichtende taak heeft gehad, bestaat het archief voor bijna de helft uit stukken die betrekking hebben op instellingen, die met het DLG een relatie onderhouden. Daarom is bij de indeling een grote nadruk gelegd op de organisaties, instellingen en commissies, waarin het DLG bestuurlijk of anderzijds vertegenwoordigd was, en die waarvan het lid was. Zij vormen de onderafdelingen 2.6 en 2.7.

Hoewel van het merendeel der commissies en organisaties slechts notulen aanwezig zijn, leek het voor de overzichtelijkheid toch wenselijk om ze zowel in de inhoudsopgave als in de inventaris elk apart te vermelden. Hetzelfde geldt voor de cursussen georganiseerd door het DLG en de land- en tuinbouwscholen.

Onder het kopje "Overige" zijn archivalia gebracht, die elders niet thuishoren maar wel betrekking hebben op het archief.

Bij de gedeponeerde archieven bevindt zich ook het archief van de afdeling Wijster van het DLG. Vanuit het rijksarchief te Assen is een verzoek gegaan naar alle afdelingen van het DLG om hun archief in bewaring te geven. Tot nu toe heeft evenwel alleen Wijster gereageerd. Mogelijk worden in de toekomst meer afdelingsarchieven in bewaring gegeven.

De notulen van vergaderingen van het Hoofdbestuur van voor 1900 vertonen hiaten, evenals de jaargangen van de jaarverslagen. Door allerlei oorzaken, niet in de laatste plaats de opheffing van het Genootschap in de oorlog, is een groot deel van het archief verloren gegaan.

Voor zover nodig is in de inventaris onder bepaalde rubrieken, ter verduidelijking, een korte uiteenzetting gegeven en tevens het verband met het DLG aangegeven.