U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

225 De notaris RODOLPHUS DE DEUEREN oorkondt, dat - voor JOHANNES W... (Drents Archief)

Uw zoekacties: Abdij Dikninge

0440 Abdij Dikninge

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Inventaris
2.4. Regestenlijst
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
208 JOHANNES WORDINGE, priester en vicaris te Dwinglo en door den deken in Drenthe tot deze zaak gecommitteerd rechter, oorkondt, dat de abt van Dickeninge en zijne "amptslude" klaagden, dat sedert 3 jaar of langer onbetaald bleef hun pacht uit Wedekinghen-erve c.a te Holt (7 mud rogge, 11/2 mud gerstenmolt en 21/2 mud havermolt stede pacht), nadat JOHAN WEDEKINGHE gestorven was, terwijl 't goed door verwaarloozing geheel verviel;-dat hij daarom voor zich daagde in de kerk te Beylen de dochter van J. W., LAMBERT HUSYNGE, WOLTER NYSYNGE en zijn zoon VREDERIC als geboren mombers over genoemde dochter, en LUDEKEN MENINGE, WOLTER TEBBENGE, EGBERT ASSINGE, ROLOFF BENYNGE, WILLEM LUDINGE, REMBOLT VAN DRYBORT en ALBERT HONRICKINGE als "zeker buer" te Holt;-dat de abt van de buren vorderde aanwijzing waar de stede mudden en het achterstallige kon worden geïnd;-dat de buren begeerden een "ordel" of zij verplicht waren zulke aanwijzing te doen;-dat toen beslist werd, dat, nu de erfgenamen van J. W. in verzuim waren gebleven door voor 't achterstallige niet aan te bieden het goed in zijn geheel, de buren verplicht waren de abdij in dat goed te wijzen;-dat hierna de buren zulks deden en de abdij dus wezen in: Wedekinge-hofstede c.a, die Campessche woerd, die Coteracker, dat Liinstucke, den Haselacker, die Oester Berwerde, die Zuder Berwerde, die Grote Hellebersche acker bij Bennynghen meer acker, die Wechlanghe aan de noordzijde van Helleberghe, de Noertmaed groot 5 voeder hooiland, die Zuedmaed bij der Emelange, die Buestmaed;-na welk "buertuych" 's dekens plaatsvervanger als "richter" de abdij vestigde in genoemd land ("gheweldighet inghesat ende "ghevestet"), en JOHAN'S erfgenaam en den mombers bovengenoemd op boete van 100 oude schilden verbood het goed aan te tasten zonder goedvinden der abdij. Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende soventyen up sunte Mathyas dach. Oorspr. (Inv. No. 57). Het zegel van J. W. is verloren. Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1)
225 De notaris RODOLPHUS DE DEUEREN oorkondt, dat - voor JOHANNES WORDYNGE vicaris der kerk in Dwynglo, als commissaris van RODOLPHUS OVYNGE deken van Drentia, hem en getuigen,-ALBERTUS WALDERKYNGE vicaris der kerk in Deueren, RODOLPHUS DE EMESSCHE, LUDOLPHUS BARDYNGE, ALBERTUS BIJ OSTEN en COEP WYTTYNGE, buren der villa Emeshorn, kerspellieden van Deueren, verklaarden schuldig te zijn aan de abdij in Dickenynge uit 't nu verdeelde goed Walderkynge in Emeshoren de volgende jaarrenten, reeds sedert jaren betaald, n.l. ALBERTUS uit 't goed Houwenynge 41/2 mud rogge en 41/2 mud gerst, LUDOLPHUS (sic) DE EMESSCHE uit 't goed ALTEKYNGE 41/2 mud rogge en 41/2 mud gerst, LUDOLPHUS BARDYNGE 5 mud rogge en 5 mud gerst, COEP WITTYNGE 4 mud rogge en 4 mud gerst alles Groninger maat;-dat zij bovendien erkenden als erven schuldig te zijn aan de abdij uit 't goed Nardebrynge of Dackerdynge 3 mud rogge en 5 mud gerst, uit 't goed Pilleken 1 mud rogge en 1mud gerst, en uit het goed des Zueren 1 mud rogge en 1 mud gerst, alles gelegen in Emeshoern;-en dit niettegenstaande zekeren brief over den verkoop van "buertynden" te Emeshoern, door wijlen JOHANNES abt en de conventslieden in Dickenynge verkocht;-met bepalingen omtrent de betaling. Acta sunt hec in domo domini abbatis predicti in Runen sub anno indictione mense die hora pontificatus (sic) quibus supra (anno nativitatis eiusdem M°CCCC° vicesimo primo indictione quarta decima mensis Februari] die quarta decima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini Nostri domini Martini divina providentia pape quinti anno quarto). Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1) fol. XXIII verso-XXIIII.
0440 Abdij Dikninge
2. Inventaris
2.4. Regestenlijst
225
De notaris RODOLPHUS DE DEUEREN oorkondt, dat - voor JOHANNES WORDYNGE vicaris der kerk in Dwynglo, als commissaris van RODOLPHUS OVYNGE deken van Drentia, hem en getuigen,-ALBERTUS WALDERKYNGE vicaris der kerk in Deueren, RODOLPHUS DE EMESSCHE, LUDOLPHUS BARDYNGE, ALBERTUS BIJ OSTEN en COEP WYTTYNGE, buren der villa Emeshorn, kerspellieden van Deueren, verklaarden schuldig te zijn aan de abdij in Dickenynge uit 't nu verdeelde goed Walderkynge in Emeshoren de volgende jaarrenten, reeds sedert jaren betaald, n.l. ALBERTUS uit 't goed Houwenynge 41/2 mud rogge en 41/2 mud gerst, LUDOLPHUS (sic) DE EMESSCHE uit 't goed ALTEKYNGE 41/2 mud rogge en 41/2 mud gerst, LUDOLPHUS BARDYNGE 5 mud rogge en 5 mud gerst, COEP WITTYNGE 4 mud rogge en 4 mud gerst alles Groninger maat;-dat zij bovendien erkenden als erven schuldig te zijn aan de abdij uit 't goed Nardebrynge of Dackerdynge 3 mud rogge en 5 mud gerst, uit 't goed Pilleken 1 mud rogge en 1mud gerst, en uit het goed des Zueren 1 mud rogge en 1 mud gerst, alles gelegen in Emeshoern;-en dit niettegenstaande zekeren brief over den verkoop van "buertynden" te Emeshoern, door wijlen JOHANNES abt en de conventslieden in Dickenynge verkocht;-met bepalingen omtrent de betaling. Acta sunt hec in domo domini abbatis predicti in Runen sub anno indictione mense die hora pontificatus (sic) quibus supra (anno nativitatis eiusdem M°CCCC° vicesimo primo indictione quarta decima mensis Februari] die quarta decima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini Nostri domini Martini divina providentia pape quinti anno quarto). Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1) fol. XXIII verso-XXIIII.
Datering:
1421, Februari 14
258 HENRIC DE Vos VAN STEENWIJCK draagt over aan de abdij te Dickeninge zijne smalle tienden nl. 1/3 van den halven tiend (waarvan 1/3 behoort aan zijn neef ARENDT DE Vos VAN STEENWIJCK en 1/3 aan BERTOLT HAXENS en diens zuster) "bij den "Reestenstroem van Meppeler mercke hent in Stapelingelinger (sic) merckte .... ende voort over Emptinge marcke, de Haeleweijde ende den Hoff, over Dunninge marcke met der Wijck, ende voort over Hauerstijnge ende Craelinge mercken, als dese mercken voors. gelegent sijnt in den kerspell van der Tuhorst,-ende voort over Waerdinge ende Rumptige marcken ende Ramhorstige, Vledderinge ende in den Bloeminger marcken, als die gelegen sint in den kerspell van Meppelen,-ende voort over Broeckhuisinger marcke, die den abdt voers. toebehoort ende gelegen is in den kerspell van Blij densteeden,-als dese voors. marcken gelegen sint tusschen den Reestenstroem ende die Ae toe Blijdensteeden ende tusschen Kockanger A ende den Reestenstroem voers. ende der marcke van Echten. Ende dese voors. smaele tenden met sijnen toebehoeren ende angewijnst ende den tenden over der Schiphorstinge marcke in den kerspell van der Ihorst voors sullen die abt ende cloesterluijde voors ende all oer naecoemen jaerlicx ende tot ewigen dagen besitten, gebruijcken ende ontfaen uth al den huijsen, hoeven ende hoffsteden, die nutertijts in desen marcken ende kerspelen voors. sijnt ende hiernaemaels coemen zeelen". Met verklaring van den verkooper, dat hij vroeger aan de abdij verkocht 2/3 in de halve grove tienden "over Stapelinge, Emptinge, Haeleweijde mercken ende over den Hoff ende over de Broeckhuijsinge marcke voors." en 1/3 in den halven groven tiend "over den Bloemendalijnger, Vledderinge, Ramstinge, Rumptinger, Waerdinger ende Craelinger mercken voors." volgens eene daarvan afgegeven acte. Met medebezegeling en goedkeuring door den leenheer ARENT VAN STEENWIJCK. Gegeven in den Jaere ons Heeren duisent vierhondert ende eenendertich op des Revernies(?)dages nae Oculi in der
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 518

Kenmerken

Datering:
1360-1617
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0440 Abdij Dikninge
VERKORT:
NL-AsnDA, 0440