U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.
674 "6. Copie van de antwoorden sulcx als deselve by de heeren Dros... (Drents Archief)
0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
0001
Oude Staten archieven, 1344-1815
Inventaris
2. Inventaris
2.1. Archieven der elkander opgevolgde gewestelijke besturen van Drente voor 31 Juli 1805
2.1.7. Varia
2.1.7.027. Domeinen (rentambt)
674 "6. Copie van de antwoorden sulcx als deselve by de heeren Drost en Gedeputeerden overgegeven is wegents 't libell van vrouw JOHANNA VAN DEN CLOOSTER". "50. "Stucken van 't proces van de landtschap Drenthe contra vrouw JOHANNA VAN DEN CLOOSTER weduwe ENSSE". "51. Ad idem" . - Stukken betreffende de vordering van JOHANNA VAN DEN CLOOSTER, weduwe van den drost EVERT VAN ENSSE, tegen Drente, tot betaling uit de domeinen van 4 jaren rente eener som van 12000 gulden, door VAN ENSSE op 31 Juli 1577 aan den koning voorgeschoten onder verband der domeinen van Groningen en Drente; 1609 - 1623
0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
2. Inventaris
2.1. Archieven der elkander opgevolgde gewestelijke besturen van Drente voor 31 Juli 1805
2.1.7. Varia
2.1.7.027. Domeinen (rentambt)
674
"6. Copie van de antwoorden sulcx als deselve by de heeren Drost en Gedeputeerden overgegeven is wegents 't libell van vrouw JOHANNA VAN DEN CLOOSTER". "50. "Stucken van 't proces van de landtschap Drenthe contra vrouw JOHANNA VAN DEN CLOOSTER weduwe ENSSE". "51. Ad idem" . - Stukken betreffende de vordering van JOHANNA VAN DEN CLOOSTER, weduwe van den drost EVERT VAN ENSSE, tegen Drente, tot betaling uit de domeinen van 4 jaren rente eener som van 12000 gulden, door VAN ENSSE op 31 Juli 1577 aan den koning voorgeschoten onder verband der domeinen van Groningen en Drente; 1609 - 1623
Datering:
1609 - 1623
NB:
Hierbij eene missive d.d. 1605 van VAN ENSSE aan Ridderschap en Eigenerfden, verzoekende betaling.
Volgens eene missive d.d. 14 Sept. 1609 van Drost en Gedeputeerden aan de Staten-Generaal had VAN ENSSE "int anneemen synes drostampts" de bovengenoemde som moeten voorschieten "tot behouff van den coninck van Spaignen", die op VAN ENSSE's aandrang daarvoor verbond de domeinen van Groningen en Drente, buiten medewerking van Ridderschap en Eigenerfden. Tot de reductie van Groningen in 1594 werd de rente betaald door 's konings rentmeester, doch sedert werd door den Raad van State, "die de volcommene dispositie van de domeinen doenmaels anveerde, " de verdere betaling geweigerd. Dit gaf aanleiding tot eigenrichting bij VAN ENSSE, die echter na represaille-maatregelen van Drente met zijne vexatiën ophield. De domeinen werden in 1598 weder ter beschikking van Drente gesteld.
In 1605 "met 's vyants leger over Ryns gecomen synde", herhaalde VAN ENSSE zijne vordering en kreeg met geweld een jaar rente binnen, waarbij hij de jaren 1595 - 1597 onbesproken liet, wel wetende dat de Raedt van State hem van deselve jaren weinich sonde te wille wesen." in 1609 hield zijne weduwe opnieuw aan bij Drente om betaling der rente en wel over 1595 - 1598 (over 1599 - 1605 was betaald geworden). Ridderschap en Eigenerfden meenden echter daartoe niet gehouden te zijn, omdat koning PHILIPS indertijd had beloofd de domeinen niet te belasten zonder hunne medewerking. Nadat de zaak toen eerst was aangebracht op een goorspraak, wisten Drost en Gedeputeerden de voortgang te beletten onder bewering, dat de zaak behoorde berecht te worden door de Staten-Generaal. Dit gaf der weduwe VAN ENSSE aanleiding zich te richten tot de Staten-Generaal. Doch nu werd door Drente opgeworpen de exceptie gegrond op het privilege de non evocando. Tegenover de Staten-Generaal moest echter Drente op den duur zwichten en zoo zien wij de zaak dienen op de goorspraak te Rolde in 1616 en sedert 1617 op het lotting.
Volgens eene missive d.d. 14 Sept. 1609 van Drost en Gedeputeerden aan de Staten-Generaal had VAN ENSSE "int anneemen synes drostampts" de bovengenoemde som moeten voorschieten "tot behouff van den coninck van Spaignen", die op VAN ENSSE's aandrang daarvoor verbond de domeinen van Groningen en Drente, buiten medewerking van Ridderschap en Eigenerfden. Tot de reductie van Groningen in 1594 werd de rente betaald door 's konings rentmeester, doch sedert werd door den Raad van State, "die de volcommene dispositie van de domeinen doenmaels anveerde, " de verdere betaling geweigerd. Dit gaf aanleiding tot eigenrichting bij VAN ENSSE, die echter na represaille-maatregelen van Drente met zijne vexatiën ophield. De domeinen werden in 1598 weder ter beschikking van Drente gesteld.
In 1605 "met 's vyants leger over Ryns gecomen synde", herhaalde VAN ENSSE zijne vordering en kreeg met geweld een jaar rente binnen, waarbij hij de jaren 1595 - 1597 onbesproken liet, wel wetende dat de Raedt van State hem van deselve jaren weinich sonde te wille wesen." in 1609 hield zijne weduwe opnieuw aan bij Drente om betaling der rente en wel over 1595 - 1598 (over 1599 - 1605 was betaald geworden). Ridderschap en Eigenerfden meenden echter daartoe niet gehouden te zijn, omdat koning PHILIPS indertijd had beloofd de domeinen niet te belasten zonder hunne medewerking. Nadat de zaak toen eerst was aangebracht op een goorspraak, wisten Drost en Gedeputeerden de voortgang te beletten onder bewering, dat de zaak behoorde berecht te worden door de Staten-Generaal. Dit gaf der weduwe VAN ENSSE aanleiding zich te richten tot de Staten-Generaal. Doch nu werd door Drente opgeworpen de exceptie gegrond op het privilege de non evocando. Tegenover de Staten-Generaal moest echter Drente op den duur zwichten en zoo zien wij de zaak dienen op de goorspraak te Rolde in 1616 en sedert 1617 op het lotting.
Omvang:
1 dossier
laatste wijziging 09-01-2015
Van de zijde van Drost en Gedeputeerden werd toen gezorgd, dat de verdediging zoo goed mogelijk zou zijn; daarom ontving 's landschaps agent in 's Gravenhage Mr. J. van Tongeren vele der (of alle?) gewisselde stukken, opdat niemand minder dan HUGO DE GROOT zijn bijstand zou verleenen. Diens gevangenzetting juist in dezen tijd maakte, dat de processtukken een tijdlang zoek waren. Enkele stukken zijn afkomstig van Drente's gecommitteerden naar 's Gravenhage, doch werden blijkens een merkteeken achterop hierbij bewaard.
Hierbij ook een brief d.d. 1618 van Drost en Gedeputeerden aan HUGO DE GROOT, bij de teruggave der processtukken weer door Drost en Gedeputeerden terugontvangen.
Vergelijk het archief van den agent VAN TONGEREN (Conc. Inv. Arch. Ambtenaren enz. No. 146).
Hierbij ook een brief d.d. 1618 van Drost en Gedeputeerden aan HUGO DE GROOT, bij de teruggave der processtukken weer door Drost en Gedeputeerden terugontvangen.
Vergelijk het archief van den agent VAN TONGEREN (Conc. Inv. Arch. Ambtenaren enz. No. 146).
laatste wijziging 23-02-2023
4.430 beschreven archiefstukken
1.016 gedigitaliseerd
totaal 99.920 bestanden
Kenmerken
Datering:
1344-1815
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
VERKORT:
NL-AsnDA, 0001
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
VERKORT:
NL-AsnDA, 0001
Categorie:
laatste wijziging 23-02-2023
4.430 beschreven archiefstukken
1.016 gedigitaliseerd
totaal 99.920 bestanden