U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.
1166 Stukken betreffende het geschil tusschen Drente (waarbij zich ... (Drents Archief)
0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
0001
Oude Staten archieven, 1344-1815
Inventaris
2. Inventaris
2.1. Archieven der elkander opgevolgde gewestelijke besturen van Drente voor 31 Juli 1805
2.1.7. Varia
2.1.7.129. Oostermoersche vaart (vrije vaart)
1166 Stukken betreffende het geschil tusschen Drente (waarbij zich later voegden Friesland en de Omlanden tusschen Eems en Lauwers) en de stad Groningen met het schuitenschuiversgilde aldaar, over de vrije vaart op de Oostermoersche vaart; 1663/65, 1667
0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
2. Inventaris
2.1. Archieven der elkander opgevolgde gewestelijke besturen van Drente voor 31 Juli 1805
2.1.7. Varia
2.1.7.129. Oostermoersche vaart (vrije vaart)
1166
Stukken betreffende het geschil tusschen Drente (waarbij zich later voegden Friesland en de Omlanden tusschen Eems en Lauwers) en de stad Groningen met het schuitenschuiversgilde aldaar, over de vrije vaart op de Oostermoersche vaart; 1663/65, 1667
Datering:
1663/65, 1667
NB:
Naar aanleiding van de meerdere neiging tot het aan de snede brengen der Oostermoersche venen vonden de eigenaars dier venen het noodig, zich los te maken van contracten door hen met het schuitenschuiversgilde te Groningen gesloten omtrent het bevaren der Oostermoersche vaart. Daardoor trachtten zij te bewerken, dat deze vaart als een gemeene rivier door een ieder bevaren zou kunnen worden.
De opzegging dier contracten had in 1663 plaats. De handel op de Oostermoersche vaart begon zich daardoor uit te breiden tot de Omlanden tusschen Eems en Lauwers. Zelfs Friesche schippers kwamen hunne waren tegen Drentsche producten inruilen. De schuitenschuivers te Groningen zagen dit met leede oogen aan, omdat zij vroeger uitsluitend de Oostermoersche vaart hadden bevaren. Op allerhande manieren trachtten zij daarom die vrije vaart te beletten. In vereeniging met de stad Groningen werd door hen ten slotte bepaald, dat alleen de schuitenschuivers te Groningen gerechtigd waren tot het bevaren der vaart. Het gevolg hiervan was, dat vele Drentsche, Friesche en Omlander schippers door Groningen werden beboet en in hechtenis genomen wegens het bevaren dier vaart. Nadat verschillende aanschrijvingen en betoogen van Drente, Friesland en de Omlanden geen succes hadden om de vrije vaart te handhaven, werd op 15 Maart 1665 tusschen partijen overeengekomen het geschil te doen beslissen door de Staten-Generaal, en werd tevens aangegeven de wijze waarop de stukken zouden worden gewisseld. Tengevolge van den Munsterschen inval ontstond eenige stagnatie in het wisselen der stukken. De hier aanwezige brieven dd. 1667 betreffen het aandringen bij Groningen op voortzetting daarvan. Een der stukken draagt in dorso de aanteekening dd.c. 1800 van Mr. P. HOFSTEDE : "Oude stukken de lantschap betreffende van onderscheidene inhoud van de gedep. NIESINGH." 't Is echter niet met juistheid aan te geven, welke deze stukken zijn. - Vergelijk Inv. No. 1167.
De opzegging dier contracten had in 1663 plaats. De handel op de Oostermoersche vaart begon zich daardoor uit te breiden tot de Omlanden tusschen Eems en Lauwers. Zelfs Friesche schippers kwamen hunne waren tegen Drentsche producten inruilen. De schuitenschuivers te Groningen zagen dit met leede oogen aan, omdat zij vroeger uitsluitend de Oostermoersche vaart hadden bevaren. Op allerhande manieren trachtten zij daarom die vrije vaart te beletten. In vereeniging met de stad Groningen werd door hen ten slotte bepaald, dat alleen de schuitenschuivers te Groningen gerechtigd waren tot het bevaren der vaart. Het gevolg hiervan was, dat vele Drentsche, Friesche en Omlander schippers door Groningen werden beboet en in hechtenis genomen wegens het bevaren dier vaart. Nadat verschillende aanschrijvingen en betoogen van Drente, Friesland en de Omlanden geen succes hadden om de vrije vaart te handhaven, werd op 15 Maart 1665 tusschen partijen overeengekomen het geschil te doen beslissen door de Staten-Generaal, en werd tevens aangegeven de wijze waarop de stukken zouden worden gewisseld. Tengevolge van den Munsterschen inval ontstond eenige stagnatie in het wisselen der stukken. De hier aanwezige brieven dd. 1667 betreffen het aandringen bij Groningen op voortzetting daarvan. Een der stukken draagt in dorso de aanteekening dd.c. 1800 van Mr. P. HOFSTEDE : "Oude stukken de lantschap betreffende van onderscheidene inhoud van de gedep. NIESINGH." 't Is echter niet met juistheid aan te geven, welke deze stukken zijn. - Vergelijk Inv. No. 1167.
Omvang:
1 portefeuille
laatste wijziging 09-01-2015
laatste wijziging 23-02-2023
4.430 beschreven archiefstukken
1.016 gedigitaliseerd
totaal 99.920 bestanden
Kenmerken
Datering:
1344-1815
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
VERKORT:
NL-AsnDA, 0001
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
VERKORT:
NL-AsnDA, 0001
Categorie:
laatste wijziging 23-02-2023
4.430 beschreven archiefstukken
1.016 gedigitaliseerd
totaal 99.920 bestanden