U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.2.1.3. Begraven (Drents Archief)

Uw zoekacties: Collectie DTOB

0176.01 Collectie DTOB

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
Een van de meest geraadpleegde bestanden in de rijksarchieven in Nederland vormen de doop-, trouw-, overlijdens- en begraafregisters van voor 1811. Voor de toegankelijkheid daarvan is een eerste vereiste een inventaris die weergeeft welke registers aanwezig zijn en wat er in die registers te vinden is. Zo'n inventaris verscheen in Drenthe voor het eerst in 1953, een aangepaste en uitgebreide opvolger beoogt deze uitgave te zijn.
Nadere toegankelijkheid van deze DTOB-registers is een tweede vereiste.Om die reden zijn en worden de registers geklapperd, d.w.z. voorzien van alfabetische naamindices op de dopelingen, gehuwden en overledenen. Op het moment van totstandkoming van deze inventaris (voorjaar 1978) waren in het Drentse rijksarchief alle huwelijksregisters geklapperd en werd gewerkt aan klappers op de overlijdens- en begraafregisters.
Het feit dat de DTOB-registers zoveel geraadpleegd worden heeft een ernstig gevolg: de materiële toestand gaat snel achteruit. Om verder verval te voorkomen zijn de registers gedigitaliseerde en voor direct gebruik beschikbaar via het internet. Een concordans, een lijst van deze delen die verwijst naar de originele registers, is in dit boek opgenomen.
1.2. De verschillende kerkgenootschappen voor 1811
Voor 1811 waren de kerken de enige instanties die gegevens vastlegden over geboorte, huwelijk en overlijden. De redenen hiervoor waren verschillende: aantekening van wie het sacrament van de doop ontvingen, registratie van de kerkelijke bevolking, ontvangsten wegens begrafenissen, enz. Vanaf 1806 noteerde de overheid ook overlijdens- en begraafgegevens in verband met de belasting op de successie. Tot beter begrip van deze situatie volgt hieronder een overzicht van de ontwikkeling der verschillende kerkgenootschappen in Drenthe, toegespitst natuurlijk op hun activiteiten bij geboorten, huwelijk en overlijden. Daar er van rooms-katholieke parochies geen registers of gegevens bewaard zijn voorafgaand aan het einde van de 18e eeuw, wordt dit overzicht begonnen met de gereformeerde gemeenten.
1.2.1. Gereformeerd * 
Op 10 mei 1598 beval stadhouder Willem Lodewijk, gemachtigd door de Staten-Generaal, dat alle pastoors, priesters, vicarissen, schoolmeesters en andere geestelijken zich voortaan van hun kerkelijke dienst zouden onthouden, hun woningen en goederen zouden verlaten en deze overdragen aan de kerkvoogden en de oudsten van de kerspelen *  . Aldus werd in Drenthe de hervorming ingevoerd, zij het niet geheel zonder verzet. Nog vele jaren werden activiteiten van "papen waargenomen *  .
Een eigen, Drents reglement op de gereformeerde kerk kwam pas tot stand in 1638 *  . Voordien werd echter wel een kerkorde aangehouden, getuige de zinsneden in publicaties van 1608 en 1614: "nae inhouden van de kercken-ordninge of woorden van gelijke strekking *  . De stadhouder Willem Lodewijk had in 1594 bepaald dat een "gelyckformige reformatie der kercken in Stadt, Ommelande van Groningen unde Drenth zou heersen *  . Sinds 1598 zal dus in Drenthe de kerkorde van de Ommelanden hebben gegolden *  . In 1602 werden de Drentse classes met de synode van Groningen verenigd *  , totdat Ridderschap en Eigenerfden hieraan in 1605 een einde maakten *  . Vermoedelijk is sindsdien nog wel de Ommelander kerkorde aangehouden maar hebben de besluiten van de Drentse synodale vergaderingen deze aangevuld en vervangen, tot in 1638 er een Drentse kerkorde kwam.
1.2.1.3. Begraven
0176.01 Collectie DTOB
1. Inleiding
1.2. De verschillende kerkgenootschappen voor 1811
1.2.1. Gereformeerd1
1.2.1.3.
Begraven
Het was niet verplicht in de gereformeerde kerk in Drenthe de overledenen of begravenen te registeren. Desalniettemin is dit in een aantal gemeenten gebeurd. Dat kan verband houden met de omstandigheid dat er lijkpredicaties gehouden werden, die door de predikant werden aangetekend (bijvoorbeeld in Emmen). In andere gevallen zal het ijver van de predikant geweest zijn die hem de begrafenissen deed bijhouden. Zo heeft in Gieten dominee A.W. Costerus de begrafenissen nauwgezet genoteerd, maar toen hij in 1739 vertrokken was, schreef zijn opvolger H.C. van Byler in het boek: "Dit als onnodig, heb ik niet vervolgt *  . Alleen in Coevorden werd in 1792 door het stadsbestuur besloten tot de aanleg van een overlijdensregister, bij te houden door de koster *  . De beweegreden tot dit besluit was dat het van nut kon zijn in geval van kwestie inzake erfenissen.
Hoewel er dus niet veel overledenen of begrafenissen in officiële registers zijn genoteerd, is er toch wel het een en ander over te vinden. De diaconieën waren belast met de zorg voor armen en behoeftigen. Van hun financiële handelingen is veel aangetekend in de zogenaamde diaconierekeningen. Wanneer een arme overleed en er waren geen middelen om zijn begrafenis te bekostigen, dan zorgde de diaconie daarvoor. De daarmee gepaard gaande kosten werden verantwoord in de diaconierekeningen. Langzamerhand werd de diaconie een begrafenisonderneming. Zij verhuurde voor de "groeven of "uitingen, zoals de begrafenissen in Drenthe werden genoemd *  , het doodlaken (het "zwarte laken) en in later tijd ook een lijkwagen en lijkmantels *  . Deze ontvangsten werden opgeschreven en wel zodanig dat uit die aantekeningen meestal naam van de overledene en tijdstip van begraven te halen zijn.

Kenmerken

Datering:
1619-1850
Beschrijving:
Inventaris van de doop-, trouw-, overlijdens- en begraafregisters van voor 1811 in de provincie Drenthe
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0176.01 Collectie DTOB
VERKORT:
NL-AsnDA, 0176.01