U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

2.1. Ontstaan (Drents Archief)

Uw zoekacties: N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën

0184 N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Inleiding
2.1. Ontstaan
0184 N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën
2. Inleiding
2.1.
Ontstaan
Al voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was er in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe sprake van een structurele werkloosheid. Toch waren er toen nog mogelijkheden genoeg voor de werklozen uit deze provincies om elders werk te vinden. In voor- en najaar kon men terecht op de kleigronden in Friesland en 's-zomers waren er altijd wel arbeiders nodig bij de oogst van hooi, graan en vlas. 's-Winters vonden velen werk in de grote veestallen van Westfalen in Duitsland. Bovendien emigreerden veel gezinnen naar Canada en Amerika om te proberen daar een bestaan op te bouwen *  . Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog echter sloten vele landen hun grenzen voor buitenlandse werknemers, met als gevolg dat de werkloze arbeiders uit Friesland, Groningen en Drenthe niet langer voor werk in Duitsland terecht konden. Ongeveer ter zelfder tijd vaardigde Amerika strengere immigratiewetten uit. Hierdoor werd voor hen die in Nederland geen middelen van bestaan hadden, nog een mogelijkheid afgesneden om die elders te vinden. Daarbij kwam nog dat door de verder gaande mechanisatie van de landbouw ook hier te lande steeds minder landarbeiders nodig waren. Het gevolg van al deze ontwikkelingen was een gestaag groeiende werkloosheid.
Om hieraan het hoofd te kunnen bieden openden de afzonderlijke gemeenten werkverschaffingen voor hun werkloze inwoners, welke werkverschaffingen door het rijk financieel werden gesteund *  . Hiermee waren de problemen echter niet opgelost. Veelal kregen de werklozen werkzaamheden te verrichten die weinig economische vruchten afwierpen *  . Voor het rijk was het zinloos om dergelijke projecten te blijven financieren. Daarom werd van rijkswege de steun aan kleine en niet productieve werken stopgezet en probeerde men te komen tot een concentratie van werkverschaffingswerken. Daar het voor de afzonderlijke gemeenten niet doenlijk was om de organisatie van een dergelijk apparaat op zich te nemen, zocht men de oplossing in de oprichting van vennootschappen die zich met de werkverschaffing zouden gaan bezig houden *  . In Friesland werd daartoe op 18 september 1924 opgericht de N.V. Ontginningsmaatschappij "De Drie Provinciën" gevestigd te Drachten (later te Heerenveen) *  . Twee maanden later, op 19 november 1924, werd in Drenthe een soortgelijke vennootschap in het leven geroepen: de N.V. Ontginningsmaatschappij "Het Lantschap Drenthe" te Assen *  . Als laatste ten slotte zag op 20 augustus 1925 de N.V. Ontginningsmaatschappij "De Vereenigde Groninger Gemeenten" het licht, aanvankelijk gevestigd te Hoogezand, later in Groningen en Ter Apel *  .
De doelstelling stond als volgt in de statuten van de drie maatschappijen omschreven *  :
"Krachtens toelating als bedoeld in artikel 123d der Onteigeningswet *  werkzaam te zijn in het belang van de verhoging van de opbrengst van gronden. Zij trachten dit doel te bereiken door het in cultuur of verhoogde cultuur brengen van woeste en andere gronden en zo nodig exploitatie daarvan."
Om aan het benodigde kapitaal te komen gaven de maatschappijen aandelen uit. De gemeenten in Friesland, Groningen en Drenthe die daar belang bij hadden, konden deze aandelen kopen, waarbij het inwonertal van de gemeenten maatstaf was voor het aantal te verkopen aandelen. Het aantal aandelen dat een gemeente in haar bezit had was weer maatstaf voor het aantal werklozen dat een gemeente op de werkverschaffingen mocht plaatsen *  .

Kenmerken

Datering:
1924-1968
Beschrijving:
N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën, 1951-1968, met de archieven van haar voorgangers, 1924-1961
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0184 N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën
VERKORT:
NL-AsnDA, 0184