U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.1. Het geslacht Van Munster en de heerlijkheid Ruinen (Drents Archief)

Uw zoekacties: Drenthe - Assen - Smilde Amen - Gasselte - Veenhuizen - Frie... Het geslacht van Munster en de heerlijkheid Ruinen

0334 Het geslacht van Munster en de heerlijkheid Ruinen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.1. Het geslacht Van Munster en de heerlijkheid Ruinen
0334 Het geslacht van Munster en de heerlijkheid Ruinen
1. Inleiding
1.1.
Het geslacht Van Munster en de heerlijkheid Ruinen
De heerlijkheid Ruinen is in het begin van de 15e eeuw door het huwelijk van Berend van Munster met Johanna, erfdochter van Ruinen, aan wier grootvader Arend Huys de heerlijkheid was toegevallen na het overlijden van heer Johan van Ruinen, de laatste telg uit het oorspronkelijke geslacht der heren van Ruinen, in het bezit geraakt van een tak van het uitgebreide adellijke geslacht Van Munster.
Met het overlijden van Hendrik (III) van Munster is de Ruinense afsplitsing van deze tak in mannelijke lijn uitgestorven. De heerlijkheid Ruinen ' overigens maar een der vele bezittingen die deze Ruinense Van Munsters hadden in wat tegenwoordig het Duits-Nederlandse grensgebied is ' is vervolgens in bezit gekomen van het geslacht Van Bernsaw en daarna aan Frans Caspar Adriaan graaf van Schellart (beide malen door huwelijk). In 1704 hebben de markiezen van Hoensbroek de heerlijkheid aangekocht, uit wier handen Ruinen ten slotte, weer door koop, is overgegaan aan de Landschap Drenthe (1766-1783) *  .
Op deze Van Munsters, heren van Ruinen, en hun bezittingen, vooral voor zover in Drenthe gelegen, hebben de hier beschreven stukken betrekking.
De Ruinense Van Munsters zijn er in geslaagd, hun positie te handhaven door alle troebelen heen die Drenthe heeft moeten doormaken in de periode van ruim 200 jaar waarover hun heerschappij te Ruinen zich uitstrekt. De episode van de roerige drost van Drenthe Roelof van Munster, broer van heer Berend (II) van Munster, het optreden van Karel van Gelre als landsheer, de overgang naar het Habsburgse bewind en de omwenteling van de Opstand, alles hebben zij weten te overleven. Dat zij bij deze laatste verandering van het politieke décor eerder de kant van het katholicisme en van de koning dan die van de opstandelingen toegedaan schijnen te zijn geweest *  heeft hen daarbij niet kunnen deren.
Daarbij moet men dan wel bedenken, dat van actieve deelname aan de strijd aan Spaanse zijde eigenlijk geen sporen meer te vinden zijn *  .
Laten we het probleem van aard en mate der partijkeuze door de Ruinense Van Munsters verder in het midden, welke hun sympathie ook geweest moge zijn, hun handelen werd in hoge mate geregeerd door een gezonde zin voor de realiteiten van het ogenblik. Hun handelen, met name dat van Hendrik (III) van Munster, is er duidelijk op gericht geweest, hun bezit zo goed mogelijk door de storm te loodsen *  .
Het doen en laten van de Van Munsters van Ruinen in deze jaren kan echter pas goed begrepen worden, wanneer men er mee rekening houdt dat zij als heren van Ruinen zoiets als een eigen politiek bedreven, die een zekere vaste richting aan hun daden gegeven zal hebben. Onafhankelijkheid van hun directe omgeving, de landschap Drenthe, een zo groot mogelijke zelfstandigheid voor hun heerlijkheid is zeker in de 16e en 17e eeuw steeds hun doel geweest. Dit uitte zich in pogingen, Ruinen los te maken uit de Landschap en zoveel mogelijk de status van directe, rechtstreekse ondergeschiktheid aan de leen- en landsheer te benadrukken. Zo zien wij Berend (II) en Hendrik (II) van Munster als heren van Ruinen op eigen, afzonderlijke titel bijdragen in de geldmiddelen van Karel V en Philips II, en niet als mede-betalers aan de door de landschap toegestane beden *  .
Het afwerpen van het landsheerlijk gezag in het laatst van de 16e eeuw heeft Hendrik (III) van Munster, daarin mogelijk gesterkt door zijn eventuele afkeer van het nieuwe regiem, de gelegenheid gegeven dit streven naar zelfstandigheid ten opzichte van de Landschap op de spits te drijven. Zowel wat betreft de kerkelijke zaken (visitatie der gemeenten, verschijning van de predikanten van Ruinen en Ruinerwold op de Drentse synoden) als wat betreft de financiën (bijdrage in de generale middelen) en de rechtspraak (ondergeschiktheid van zijn heerlijke rechtspraak aan de Etstoel) is hij steeds met het landschapsbestuur in conflict geweest. Zijn voornaamste argument, nl. dat Ruinen steeds als Overstichts leen direct van de landsheer afhankelijk geweest was en dat het dus geen deel van Drenthe was maar in de nieuwe politieke constellatie onder de Staten van Overijssel als rechtsopvolgers van de landsheren behoorde te ressorteren, is ten slotte niet geaccepteerd. De hoogste instanties in de Republiek hebben uiteindelijk de heren in Assen en niet die in Ruinen gelijk gegeven *  .
Het langzamerhand wat anachronistische pogen van de Van Munsters, heren van Ruinen, om te komen tot wat men een eigen rijkje zou kunnen noemen, is zo mislukt. Toch bleven zij, of liever hun erfgenamen, als heren van Ruinen in Drenthe een bijzondere plaats innemen. Bovendien betekende de onderschikking van hun heerlijkheid onder Drenthe voor de heren van Ruinen dat zij, zo zij dat wilden, in het bestuur van de Landschap meer dan voorheen een actieve rol konden vervullen, getuige het optreden van Hendrik Munster Wilhelm van Bernsaw, kleinzoon van Hendrik (III) van Munster, als drost van Drenthe in de zeventiger jaren van de 17e eeuw.

Kenmerken

Datering:
1380-1912
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0334 Het geslacht van Munster en de heerlijkheid Ruinen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0334