U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.7.09. Va VI Roelof van Echten, vermeld 1444-1483 (Drents Archief)

Uw zoekacties: Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
Dit boek bevat de beschrijving van een aantal archieven. Allereerst is dat het archief van het huis te Echten, gedurende eeuwen bewoond door de familie Van Echten. In het begin van de 19e eeuw kwam het via het huwelijk van Rudolph Otto van Holthe en Anna Geertruida van Echten in de familie Van Holthe tot Echten, welke het huis in de jaren zeventig van deze eeuw verkocht.
Ten tweede wordt beschreven het archief van de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen. Deze compagnie was een geesteskind van Roelof van Echten, heeft altijd een Van (Holthe tot) Echten als hoofddirecteur gehad en had ook verder vele banden met huize Echten. Bij het compagniesarchief is een aantal archieven gedeponeerd.
Los hiervan staat echter het archiefje van de Zwindersche Veencompagnie, waarin R.O. van Holthe een belangrijk aandeel had.
Ten slotte staat hierin beschreven het archief van de jurisdictie Echten, de neerslag van de werkzaamheden van leden van de familie Van Echten als "Heer van Echten en Echtens Hoogeveen".
Aan elk onderdeel zal ik enige aandacht besteden.
1.7. Genealogie van het geslacht Van Echten
R.O. van Holthe tot Echten publiceerde in de derde jaargang van de Nederlandsche Heraut (1886, p. 7-94) de "Genealogie van de Drentsch-Overijsselsche familie van Echten". Tijdens de voorbereiding tot die publicatie werden korte opgaven vervaardigd van de inhoud van in het archief van de familie en elders berustende archiefstukken, die achter de genealogie, in chronologische volgorde, als "Bewijzen der genealogie van Echten" zijn afgedrukt en waarnaar, door middel van een "notenapparaat" in de tekst der genealogie, wordt verwezen.
Daarmee was het archief nog niet geïnventariseerd. Nu dat wel het geval is, mag een bewerking van de hiervoor bedoelde genealogie op zijn plaats worden geacht. Bij de inventarisatie zijn, en dat geldt in het bijzonder voor de onder I t/m IX genoemde generatie, verschillende nieuwe genealogische gegevens aan het licht gekomen.
Bij het samenstellen van de hierna afgedrukte genealogie, die alleen betrekking heeft op "de hoofdtak op den huize Echten", is daarom èn gezien het feit dat het archief nu ook voor de onderzoeker toegankelijk is geworden, afgezien van handhaving van het door R.O. van Holthe tot Echten gebruikte systeem van verwijzen. Bij de onder I t/m IX genoemde leden van de familie zijn niet alleen de jaren van vermelding genoemd maar is bovendien getracht de handelingen zoals wij die uit de bewaard gebleven akten vernemen, in een korte doch leesbare vorm bij het desbetreffende lid van de familie uiteen te zetten. De achter de genealogie afgedrukte noten verwijzen vanzelfsprekend naar de stukken in het door middel van deze inventaris toegankelijk geworden archief.
Naast de voor Van Holthe tot Echten samengestelde genealogie is dankbaar gebruik gemaakt van de publicaties van J.W. Schaap en O.D.J. Roemeling (resp. in De Ned. Leeuw LXXXI, nov. 1964, kol. 409-412; XC, aug./sept.1973, kol. 190-217, okt. /nov. 1973, kol. 238-298 en XCIV jul./aug. 1977, kol. 225-278) en werden aanvullende gegevens verkregen uit J. Westra van Holthe, De Ridderschap van Drenthe (Assen 1950).
In laatstgenoemde publicatie is in het bijzonder aan de onder X en volgende generaties veel aandacht besteed. Van de bij die generaties genoemde leden van de familie is zoveel meer bekend en zijn de vermeldingen in de bronnen veelvuldiger. Daarom en mede gezien het feit dat die bronnen veel beter toegankelijk zijn dan voorheen nu op verschillende daarvan indices zijn vervaardigd, is bij de latere generaties afgezien van het in alle gevallen aangeven van de vindplaats van het gegeven.
Moge deze genealogie van het geslacht Van Echten een hulp zijn bij het onderzoek.
J.E. Ennik
1.7.09. Va VI Roelof van Echten, vermeld 1444-1483
0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
1. Inleiding
1.7. Genealogie van het geslacht Van Echten
1.7.09.
Va VI Roelof van Echten, vermeld 1444-1483
Trouwt in 1487 Harmanna van den Rutenberge.
Trouwt 1e Nese ter Borch, vermeld 1403; 2e Helst Redinck.
Op 14 maart 1484 wordt Johan van Echten beleend met de tienden te Echten, Zuidwolde enz. *  waarmee, zo hebben wij hiervoor gezien, zijn vader Roelof van Echten (VIa) in 1461 werd beleend. Twee jaar later, in 1486, draagt Johan van Echten als opvolger van de overleden pastoor van Zuidwolde Henricus Aehuys voor aan de proost en aartsdiaken van de kerk van St. Marie te Utrecht, Rodolphus Stenberch *  .
Na het overlijden van Roelof van Echten (IVa), dat voor 27 september 1389 moet hebben plaatsgevonden, ontstaat een geschil tussen zijn weduwe Beerte en de vrouw van Roelf Guesinge. Beerte wijst als haar vertegenwoordiger in het gerecht aan haar zoon Johan van Echten *  . In 1390 wordt Johan beleend met de grove en smalle tienden te Echten, Zuidwolde enz., die na het overlijden van zijn vader op hem waren vererfd; een jaar later vindt opnieuw een belening plaats *  . Deze laatste belening geschiedt door Fredeerck, heer van Bro(n)chorst en Borcloe, die enige jaren later (1403) ook Nese, de vrouw van Johan van Echten, met het vruchtgebruik van de tienden te Lhee beleent *  . In 1396 dragen Johan van Echten, zijn moeder Beerte en zijn broers Hendrik en Reynolt een rente over aan de abdij te Dikninge *  . In 1403 gaat Johan van Echten een financiële transactie aan met Bernd van Haren c.s. waarbij ook zijn beide broers en zijn zuster Mette zijn betrokken *  , terwijl hij in datzelfde jaar, krachtens medezegeling, toestemt in de verkoop door zijn broers Hendrik en Reynolt aan de abdij te Dikninge van enige op stam staand hout in het kerspel Zuidwolde *  . Een jaar later draagt Johan van Echten tienden over aan diezelfde abdij *  .
Johan van Echten trouwt in 1487 met Harmanna van den Rutenberge; op 10 februari van dat jaar worden de huwelijksvoorwaarden opgesteld *  .
Na het overlijden van de pastoor van Koekange, Johannes Bastert, wijst Johan van Echten als zijn opvolger aan Johannes Wolteri; deze keuze wordt in 1404 door de proost en aartsdiaken van de kerk van St. Marie te Utrecht bevestigd *  . Twee jaar later koopt Johan van Echten tienden in de marke van Pesse *  .
In 1481 moet Johan van Echten opnieuw leenhulde doen met betrekking tot de tienden te Echten, Zuidwolde enz. In 1484 geschiedde dat voor Gijsbert heer van Bronchorst en Borcloe, nu voor diens broer Frederik die na het overlijden van Gijsbert in diens rechten treedt *  . In datzelfde jaar ontstaat een geschil tussen Johan van Echten en zijn zwager Jacob van Uterwijck. Dadingslieden doen in dat geschil een uitpraak *  . Het is ook in 1491 dat Johan van Echten een afkoop regelt met Johan van Steygheren *  .
Wanneer de kerspellieden van Zuidwolde in 1417 een overeenkomst sluiten met Henryck Bruynsteyn, pastoor aldaar, wordt deze overeenkomst door Johan van Echten bezegeld *  .
Genoemde Jacob van Uterwijck en diens vrouw Heist van Echten geven Johan van Echten in 1492 een jaarrente in pand uit de tienden te Zuidwolde *  , een jaar later verklaren zij dat Johan hen heeft afgekocht van een jaarrente uit diezelfde tienden *  .
In 1420 gaan hij en zijn broers Hendrik en Reynolt over tot de scheiding van de door hun vader Roelof van Echten nagelaten goederen *  . In datzelfde jaar raakt Johan van Echten in conflict met Rodolphus Ovinge, kanunnik van de kerk van Sint Clemens te Steenwijk en officiaal te Utrecht *  en met Johan Valken *  .
Johan van Echten overlijdt eind 1493, begin 1494; in dit laatste jaar wordt op 7 april een regeling getroffen tussen de pastoor te Ruinen en Harmanna van den Rutenberge, waarbij zij als weduwe wordt vermeld *  . Eveneens in 1494 ontstaat een geschil tussen Harmanna van den Rutenberge en haar zwager Jacob van Uterwijck over een huis te Ruinen *  , welk geschil een jaar later is bijgelegd. Hij verklaart dan dat Harmanna hem heeft afgekocht van een jaarrente uit de tienden te Zuidwolde *  .
In 1439 legt Henric Ahus, pastoor te Zuidwolde, een verklaring van gehoorzaamheid af ten overstaan van Johan van Echten *  .
Wanneer in 1447 de huwelijksvoorwaarden worden opgesteld tussen zijn dochter Grete van Echten en Steven ter Borch is hij daarbij aanwezig *  . Johan van Echten verklaart bij akte van 25 maart 1450 een som geld schuldig te zijn aan zijn zoon Frederik en zijn dochter Ludeke *  . Zeven jaar na het huwelijk van zijn dochter Grete ontstaat een geschil tussen Johan van Echten en zijn schoonzoon Steven ter Borch over de bruidsschat. Op 4 januari 1454 wordt daarover tussen de scheidslieden die namens Johan van Echten optreden, en Steven ter Borch overeenstemming bereikt *  . Wij vinden Johan van Echten voor het laatst vermeld in 1459, wanneer een overeenkomst van afkoop plaatsvindt tussen hem en zijn neven Henric en Volkier, kinderen van Reynold van Echten en Aelbert *  .
Niet onvermeld mag blijven dat Harmanna van den Rutenberge in 1494 namens haar zoon Roelof als nieuwe pastoor van Koekange voordraagt Harman van den Beele, wegens het vertrek naar elders van Albert Johan Toernixsoon *  , terwijl zij kort daarna een verklaring aflegt met betrekking tot het begeven van de kerk aldaar *  . Harmanna van den Rutenberge moet in of na 1513 zijn overleden *  .
Kinderen uit het eerste huwelijk:
Kinderen:
1. Grete van Echten, vermeld 1447-1462. Trouwt 1447 Steven ter Borch *  .
1. Roelof van Echten tot Echten, volgt VIII.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
2. Johan van Echten, stamvader van de Overijsselse tak van Van Echten op Oldrutenborch *  .
2. Johanna van Echten, vermeld 1461. Trouwt 1461 Frederik van Maerhuise *  .
3. Bate van Echten, vermeld 1537, overleden voor 1568. Trouwt Herman van den Clooster, overleden voor 1562.
3. Roelof van Echten, volgt VI.
4. Bolduina van Echten, vermeld 1562.
4. Swane van Echten. Trouwt Johan Boelmans.

Kenmerken

Datering:
(1275) 1316 - 1952
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0614
Categorie: