U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.7.11. VII VIII Roelof van Echten tot Echten, geboren c. 1490, ove... (Drents Archief)

Uw zoekacties: Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
Dit boek bevat de beschrijving van een aantal archieven. Allereerst is dat het archief van het huis te Echten, gedurende eeuwen bewoond door de familie Van Echten. In het begin van de 19e eeuw kwam het via het huwelijk van Rudolph Otto van Holthe en Anna Geertruida van Echten in de familie Van Holthe tot Echten, welke het huis in de jaren zeventig van deze eeuw verkocht.
Ten tweede wordt beschreven het archief van de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen. Deze compagnie was een geesteskind van Roelof van Echten, heeft altijd een Van (Holthe tot) Echten als hoofddirecteur gehad en had ook verder vele banden met huize Echten. Bij het compagniesarchief is een aantal archieven gedeponeerd.
Los hiervan staat echter het archiefje van de Zwindersche Veencompagnie, waarin R.O. van Holthe een belangrijk aandeel had.
Ten slotte staat hierin beschreven het archief van de jurisdictie Echten, de neerslag van de werkzaamheden van leden van de familie Van Echten als "Heer van Echten en Echtens Hoogeveen".
Aan elk onderdeel zal ik enige aandacht besteden.
1.7. Genealogie van het geslacht Van Echten
R.O. van Holthe tot Echten publiceerde in de derde jaargang van de Nederlandsche Heraut (1886, p. 7-94) de "Genealogie van de Drentsch-Overijsselsche familie van Echten". Tijdens de voorbereiding tot die publicatie werden korte opgaven vervaardigd van de inhoud van in het archief van de familie en elders berustende archiefstukken, die achter de genealogie, in chronologische volgorde, als "Bewijzen der genealogie van Echten" zijn afgedrukt en waarnaar, door middel van een "notenapparaat" in de tekst der genealogie, wordt verwezen.
Daarmee was het archief nog niet geïnventariseerd. Nu dat wel het geval is, mag een bewerking van de hiervoor bedoelde genealogie op zijn plaats worden geacht. Bij de inventarisatie zijn, en dat geldt in het bijzonder voor de onder I t/m IX genoemde generatie, verschillende nieuwe genealogische gegevens aan het licht gekomen.
Bij het samenstellen van de hierna afgedrukte genealogie, die alleen betrekking heeft op "de hoofdtak op den huize Echten", is daarom èn gezien het feit dat het archief nu ook voor de onderzoeker toegankelijk is geworden, afgezien van handhaving van het door R.O. van Holthe tot Echten gebruikte systeem van verwijzen. Bij de onder I t/m IX genoemde leden van de familie zijn niet alleen de jaren van vermelding genoemd maar is bovendien getracht de handelingen zoals wij die uit de bewaard gebleven akten vernemen, in een korte doch leesbare vorm bij het desbetreffende lid van de familie uiteen te zetten. De achter de genealogie afgedrukte noten verwijzen vanzelfsprekend naar de stukken in het door middel van deze inventaris toegankelijk geworden archief.
Naast de voor Van Holthe tot Echten samengestelde genealogie is dankbaar gebruik gemaakt van de publicaties van J.W. Schaap en O.D.J. Roemeling (resp. in De Ned. Leeuw LXXXI, nov. 1964, kol. 409-412; XC, aug./sept.1973, kol. 190-217, okt. /nov. 1973, kol. 238-298 en XCIV jul./aug. 1977, kol. 225-278) en werden aanvullende gegevens verkregen uit J. Westra van Holthe, De Ridderschap van Drenthe (Assen 1950).
In laatstgenoemde publicatie is in het bijzonder aan de onder X en volgende generaties veel aandacht besteed. Van de bij die generaties genoemde leden van de familie is zoveel meer bekend en zijn de vermeldingen in de bronnen veelvuldiger. Daarom en mede gezien het feit dat die bronnen veel beter toegankelijk zijn dan voorheen nu op verschillende daarvan indices zijn vervaardigd, is bij de latere generaties afgezien van het in alle gevallen aangeven van de vindplaats van het gegeven.
Moge deze genealogie van het geslacht Van Echten een hulp zijn bij het onderzoek.
J.E. Ennik
1.7.11. VII VIII Roelof van Echten tot Echten, geboren c. 1490, overleden c. 1570
0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
1. Inleiding
1.7. Genealogie van het geslacht Van Echten
1.7.11.
VII VIII Roelof van Echten tot Echten, geboren c. 1490, overleden c. 1570
 *  .Vermeld 1494-1571. Verschreven in de Drentse ridderschap *  ; ette in Dieverderdingspil 1549, 1553 en 1557 *  .
Trouwt 1530 Elisabeth van den Clooster, overleden na 8 juni 1562.
Wij hebben gezien dat Harmanna van den Rutenberge (VII), zij is dan al weduwe, in 1494 optreedt namens haar zoon Roelof wanneer zij Harman van den Beele voordraagt als pastoor van Koekange *  en een verklaring aflegt met betrekking tot het begeven van de kerk aldaar *  .
In oktober van datzelfde jaar wordt Roelofs voogd, Johan Poelmans, beleend met de tienden te Zuidwolde en Ruinen *  , waarmee vader Johan van Echten (VII) in 1484 en vervolgens in 1491 was beleend. Enige decennia later zien we Roelof van Echten zelfstandig optreden; in 1520 wordt hij door de bisschop van Utrecht aangeschreven tot het bijwonen van de rechtdag en de kamerklaringe en een vergadering van Ridderschap en Steden in het Overijsselse Hasselt *  . In 1526 vindt, op voordracht van Roelof van Echten, de benoeming plaats van Wicherus Johannis als pastoor van Koekange *  .
Roelof van Echten trouwt in 1530 met Elisabeth van den Clooster, dochter van Reinold van den Clooster tot de Havixhorst en Agnes van Ittersum. De huwelijksvoorwaarden worden op 7 januari van dat jaar opgesteld *  ; Roelofs broer Johan van Echten, is daarbij aanwezig. Bepaald wordt dat Elisabeth van den Clooster na het overlijden van haar man het huis te Echten c.a. in vruchtgebruik zal krijgen.
In mei 1534 ontvangt Roelof van Echten een verzoek van hertog Karel van Gelre om aanwezig te zijn bij een verhoor in het geschil dat is ontstaan tussen Henrick van Haerst en de geërfden te Oosterhesselen *  . In datzelfde jaar ontstaat er een geschil tussen Roelof van Echten en inwoners van de Linthorst (bij De Wijk) over het gebruik en de verkoop van land van de laatsten in de marke Echten *  . Dit geschil houdt de gemoederen langdurig bezig. In 1547 wijzen Drost en 24 Etten ordel om tot een oplossing te komen *  .
Roelof van Echten koopt in het begin van 1552 van Jan Wylmaz Paddinck en diens vrouw Geese hun aandeel in Paddynge *  . Vier jaar later spreekt Roelof van Echten Zwane Stevens c.s. aan over havertienden en ontvangt daarop een verklaring *  .
De persoon van Rodolphus van Oesterwolda heeft blijkens een bekendmaking van de pastoor van Dwingeloo in 1557 een gestoelte staan op de grafruimte der Van Echtens. Namens Roelof van Echten wordt Van Oesterwolda verzocht dit gestoelte te verwijderen *  .
Op 8 juni 1562 worden de huwelijksvoorwaarden opgesteld tussen Roelofs dochter Agnes van Echten en Hendrick Schaap; vader Roelof van Echten is daarbij aanwezig en geeft zijn dochter 3000 gulden als bruidsschat *  .
In het jaar 1563 en het jaar daarop bemoeit Roelof van Echten zich met de verkoop van het erf Linde onder Zuidwolde. Dit erf, in 1557 zeker in het bezit van Henrick (op) Westerhuis c.s. die het dan als onderpand stellen wegens een schuld aan Herman Roloffs te Dalfsen *  , wordt in 1563 verkocht aan Jan van den Clooster *  , die dientengevolge een schuldbekentenis tekent behoeve van genoemde Herman Roloffs (Wever) te Dalfsen *  .
Roelof van Echten spreekt zijn zwager Jan van den Clooster en de andere bij de verkoop betrokken personen aan over de verkoop *  . Hij gaat over tot "naasting", d.w.z. hij tracht gebruik te maken van het recht in de plaats te komen van de koper, maar wanneer zijn zoon Johan van Echten in januari 1564 namens hem een som geld biedt voor het erf Linde, gelijk aan die welke wij in de schuldbekentenis van Jan van den Clooster zien genoemd, wordt dit door de verkoper Herman Roloffs Wever afgewezen *  . Vervolgens machtigt Roelof van Echten zijn zoon Johan in de rechtsvordering tegen zijn zwager over de naarkoop van het erf Linde *  . De kwestie wordt voor de Etstoel gebracht; Drost en 24 Etten wijzen ordel en verklaren de door Roelof van Echten genomen naarkoop van waarde *  . Hiermee eindigen de bemoeienissen van Roelof van Echten met het erf Linde. Bij zijn zoon Johan komen wij hier nog op terug.
Vader Roelof van Echten draagt op 16 september 1563 zijn huis en hof de satelstede te Echten c.a. over aan zijn zoon Johan *  . Deze verklaart op diezelfde dag deze goederen aan zijn vader in vruchtgebruik te geven *  .
Na het overlijden van de pastoor van Zuidwolde, Arent then Hovell, draagt Roelof van Echten in 1565 als diens opvolger voor Herman Santynck *  . De schenking van 30 goudguldens in 1563 en de goedkeuring van de bisschop van Utrecht van datzelfde jaar, waarvan de bewijsstukken bewaard zijn gebleven *  , moeten op hem betrekking hebben.
De in 1565 voorgedragen en benoemde pastoor Herman Santynck overlijdt twee jaar daarna. Als opvolger wordt voorgedragen Evert ten Over die na op verzoek van de bisschop door Roelof van Echten in het openbaar te zijn gepresenteerd, wordt benoemd *  . Op 1 juli 1567 wordt de nieuwe pastoor in het bezit gesteld van de kerk te Zuidwolde *  .
Een jaar later wordt Roelof van Echten op eigen verzoek beleend met een erf in het kerspel Dalfsen, dat voordien door hem in leen werd gehouden voor zijn zuster Beatricx (Beta), de weduwe van Herman van den Clooster *  .
Roelof van Echten moet na 14 augustus 1570 zijn overleden. Op die datum vinden wij hem nog vermeld als koper van de daarvoor jaarlijks door hem aan zijn neef Reynt van Echten af te dragen 5,5 schepel rogge uit het erf Den Hoevell te Zuidwolde *  .
Kinderen:
1. Johan van Echten tot Echten, volgt IX.
2. Agnes van Echten. Trouwt 1562 Hendrick Schaap *  .

Kenmerken

Datering:
(1275) 1316 - 1952
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen te Hoogeveen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0614
Categorie: