U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

1.4. Mensinge in het bezit van de familie Kymmell (Drents Archief)

Uw zoekacties: Huis Mensinge te Roden

0616 Huis Mensinge te Roden

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding en verantwoording
1.4. Mensinge in het bezit van de familie Kymmell
0616 Huis Mensinge te Roden
1. Inleiding en verantwoording
1.4.
Mensinge in het bezit van de familie Kymmell
In deze paragraaf zullen met name die personen worden vermeld die belangrijk waren voor de archiefvorming van de familiearchief Kymmell.
Het geslacht Kymmell is van oorsprong niet afkomstig uit Drenthe, maar uit Duitsland. Op het eind van de 16e eeuw moeten we de familie zoeken in de omgeving van Zweibrücken in Rheinland Pfalz *  en niet in Minden, zoals vermeld in het geslachtsregister van de familie Kymmell *  .
De oudste in Drenthe voorkomende telg uit het geslacht is Georg Rudolph Kymmell (1640-1720), luitenant in het Staatse leger. Zijn handtekening staat in een archiefstuk van 1684, tevens het oudste waarin een lid van de familie Kymmell voorkomt *  . Hij trouwde c. 1680 met Johanna Sichterman (1653- 1725), dochter van Wolter Sichterman, secretaris en landschrijver van de Landschap Drenthe.
Hun zoon Wolter (1681-1746) verwierf op jeugdige leeftijd een positie onder de aanzienlijken. Op zijn 18e levensjaar was hij reeds schulte van Rolde en in 1709 werd hij gekozen tot lid van Gedeputeerde Staten in Drenthe. In 1720 kocht hij het huis Overcinge in Havelte dat hij in de jaren daarna door een grondige restauratie een geheel nieuw aanzien gaf *  . Uit zijn huwelijk in 1710 met Susanna Christina Wilmsonn (1676-1755) werden vijf kinderen geboren.
Hun oudste zoon Jan Kymmell (1714-1775) erfde bij de scheiding van de nalatenschap van zijn ouders het huis Overcinge *  . Zoals veel van zijn nazaten studeerde hij aan de juridische faculteit te Groningen, waar hij in 1735 promoveerde. In 1743 trouwde hij met Johanna Oldenhuis (1724-1764). Via dit huwelijk verwierf hij een groot aantal onroerende goederen in Drenthe, met name in de kerspelen Borger en Gieten. Bovendien legde hij hiermee een vruchtbaar contact met Coenraad Wolter Ellents (1720-1784) en zijn echtgenote Gesina Oldenhuis (1730-1818), de zuster van zijn vrouw (zie hierna). Jan Kymmell kon aan het eind van zijn leven terugzien op een succesvolle loopbaan. Hij begon met de functie van ontvanger der collaterale successiën en vrijwillige verkopingen (1738- 1746), was daarna tot 1750 landschapssecretaris en vervolgens tot zijn dood in 1775 landschrijver.
Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren. De grote rol die de vijf zonen en hun nazaten in diverse belangrijke functies in Drenthe bekleed hebben, blijkt uit talloze archiefstukken met hun naam of signatuur, die aanwezig zijn in het depot van het Rijksarchief in deze provincie. Toen Jan Kymmell op 61-jarige leeftijd in 1775 stierf, waren de vier jongste kinderen nog minderjarig. Aangezien de broers en zusters van Jan Kymmell ook reeds overleden waren moest iemand anders de voogdij op zich nemen en de keuze viel op Coenraad Wolter Ellents *  . Hij was het ook die de nalatenschap van Jan Kymmell en Johanna Oldenhuis grotendeels heeft afgehandeld.
Voor zover het de betekenis voor het archief betreft, springt een van de vier kinderen er uit en dat is Jan Wilmsonn Kymmell. Waarschijnlijk is hij direct na de dood van Ellents, in 1784, bij zijn tante op de havezate Mensinge te Roden gaan wonen. Belangrijk was de in dat jaar verleende volmacht van Gesina Oldenhuis aan Jan Wilmsonn en Lucas Oldenhuis Kymmell, waarbij zij hun toestond haar zakelijke en financiële aangelegenheden te regelen *  . Hoe de vermenging van stukken tussen Jan Wilmsonn en Gesina is opgelost, is vermeld in de paragraaf "Verantwoording van de inventaris".
Jan Wilmsonn werd in 1791 benoemd tot schulte van Roden en Roderwolde. Met een onderbreking van 15 jaar (1795-1810) oefende hij tot zijn dood in 1823 deze functie uit. Mensinge fungeerde in deze tijd blijkbaar als raadhuis; het was in ieder geval postadres voor vele ambtelijke stukken. Vreemd is dit niet, want Roden bezat in deze tijd nog geen gebouw met deze functie. Naast schulte was hij van 1807-1811 ook opziener der Nationale Middelen (belastinginspecteur) in het ressort Assen.
In 1795 trouwde Jan Wilmsonn Kymmell met Alida Gesina Willinge (1766-1840), dochter van de predikant Berend Tjassens Willinge te Gieten. Haar oudere zuster met wie zij uitvoerig correspondeerde, was getrouwd met Lucas Oldenhuis Kymmell, een broer van Jan Wilmsonn *  . Uit het huwelijk werden vier zonen geboren. De financiële positie van het gezin was blijkbaar zeer rooskleurig gezien het grote aantal verstrekte leningen, de verhandelde waardepapieren en de aangekochte en verhuurde onroerende goederen *  . Transacties waarmee grote sommen geld gemoeid waren werden niet geschuwd, getuige de aankoop in 1818 van de havezate Cantersborch in Eelde tegen een bedrag van 13.000 carolus gulden *  . Een aanslagbiljet uit 1799 geeft aan dat het jaarinkomen van Jan Wilmsonn werd geschat op 1400 carolus gulden en dat zijn bezittingen een waarde hadden van ruim 45.000 gulden. Als inwonend personeel stonden hem op Mensinge een knecht en twee meiden ten dien- ste *  .
Van de vier kinderen is verreweg het meeste archiefmateriaal overgeleverd door de oudste zoon Coenraad Wolter Ellents Kymmell (1795-1878). Nog voordat Coenraad zijn studie aan de juridische faculteit had afgesloten met een dissertatie werd hij in 1819 benoemd tot secretaris van het schoutambt Roden, mogelijk op voorspraak van zijn vader. Direct na diens dood in 1823 trad hij in zijn voetspoor als burgemeester van Roden deze functie be- kleedde hij ruim 50 jaar. Bovendien was Coenraad gedurende lange tijd, tot zijn dood in 1878, lid van Provinciale Staten in Drenthe. Samen met zijn broer Berend (1798-1863), die net als hijzelf ongehuwd bleef, woonde hij gedu- rende zijn hele leven op Mensinge.
Van de overige gebroeders noemen we hier slechts Jan Kymmell (1802-1844) omdat hij door zijn huwelijk in 1834 met Catharina Elisabeth Mulier (1810-1838) en de hieruit geboren kinderen het uitsterven van de familietak op dit moment heeft voorkomen. Nadat zijn eerste vrouw vier jaar na hun huwelijk was overleden, trad Jan Kymmell in 1842 opnieuw in het huwelijk, ditmaal met Martha Kinnema van Bienema (1813- 1886). De gezondheid van Jan liet blijkbaar te wensen over, omdat hij reeds op 41jarige leeftijd in 1843 ontslag moest nemen als controleur hoofdboekhouder bij het kadaster in Friesland. Een jaar later is hij overleden. Pieter Mulier trad op als voogd voor zijn minderjarige kleinkinderen, Jan Wilmsonn (1836-1925) en Pieter Dirk Kymmell (1837-1907) *  . Beide broers zijn voor 1851 naar een internaat in Barneveld gestuurd alvorens zij in Utrecht aan de universiteit gingen studeren. Jan Wilmsonn is na zijn promotie aan de juridische faculteit in 1862 aangesteld als advocaat bij het Provinciaal Gerechtshof te Utrecht. Deze functie heeft hij tot 1865 en mogelijk ook nog enige tijd daarna behouden. Pieter Dirk is naar Leeuwarden verhuisd, waar hij lid van de gemeenteraad, wet- houder en kapitein bij de plaatselijke schutterij is geweest.
Toen hun oom Coenraad Wolter Ellents Kymmell in 1878 stierf, waren Jan Wilmsonn en Pieter Dirk de enige erfgenamen. Mensinge wisselde dus van eigenaar en vanaf dat moment brachten beide broers regelmatig hun tijd door op het landgoed. Mogelijk werd het huis gedurende hun afwezigheid onderhouden door een beheerder *  .
In het midden van de tachtiger jaren bleek dat het in- en exterieur van het huis grondig moest worden opgeknapt. Ingrijpend voor de directe omgeving van de havezate was de bouw van een garage met stal en koetsierswoning in het begin van deze eeuw de oorspronkelijke bebouwing werd hiervoor afgebroken *  . Jan Wilmsonn heeft zich bovendien intensief bezig gehouden met de groenvoorziening. De huidige aanblik van de bossen op het landgoed is grotendeels onder zijn beheer tot stand gekomen *  . Blijkbaar heeft het hem niet ontbroken aan vrije tijd naast bovengenoemde bezigheden; zo zijn van zijn hand een grote hoeveelheid aantekeningen en een uitvoerige correspondentie met Georg Rudolph Wolter Kymmell betreffende de genealogie van zijn familie bewaard gebleven *  .
Uit het huwelijk van Jan Wilmsonn Kymmell met Adelaide van Rappard (1833-1906) werden twee kinderen geboren: Coenraad Wolter Jan (1863-1924) en Christina Sophia (1868- 1949). De eerstgenoemde is bekend om zijn aquarellen die in 1979 uit het bezit van het huis Mensinge aan de gemeente Roden werden verkocht *  . Bij de dood van zijn zuster Christina Sophia Kymmell in 1949 stierf de Mensinge-tak van de familie uit. Het huis liet zij na aan Georg Rudolph Wolter Kymmell (1890-1956), afstammeling in directe lijn van een naamgenoot en oudste broer van Jan Wilmsonn Kymmell (1761-1823).
In 1985 is de voormalige havezate na langdurige onderhandelingen tussen de familie Kymmell en de gemeente Roden door de laatste aangekocht, waarna de grondige restauratie plaatsvond die al lange tijd hoognodig was *  .

Kenmerken

Datering:
1376-1952
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0616 Huis Mensinge te Roden
VERKORT:
NL-AsnDA, 0616
Categorie: