U kunt via onze reserveringstool een afspraak inplannen en aangeven welke archiefstukken u op dat moment wilt inzien.

2. Na de invoering van de Gemeentewet 1851<br/> (Drents Archief)

Uw zoekacties: Oud-Archief van de gemeente Assen - NB dit archief bevindt z...

0921 Oud-Archief van de gemeente Assen - NB dit archief bevindt zich niet op de locatie Brink 4 en kan alleen via reservering geraadpleegd worden. Het aanvraagformulier vindt u op drentsarchief.nl

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Beknopte geschiedenis van de archiefvormende instelling
2. Na de invoering van de Gemeentewet 1851
0921 Oud-Archief van de gemeente Assen - NB dit archief bevindt zich niet op de locatie Brink 4 en kan alleen via reservering geraadpleegd worden. Het aanvraagformulier vindt u op drentsarchief.nl
Inleiding
Beknopte geschiedenis van de archiefvormende instelling
2. Na de invoering van de Gemeentewet 1851
Voor de ontwikkeling van het gemeentelijk apparaat in de periode 1807-1851 was in feite alleen de afsplitsing van het ontvangerschap van de secretarie van belang. Met de vaststelling van de instructie voor de ontvanger in 1817 werd de basis gelegd voor de ontwikkeling van de ontvangerskantoor. Wellicht heeft de door deze takenscheiding ontstane lastenverlichting het de secretaris mogelijk gemaakt om de secretariewerkzaamheden geheel alleen te blijven verrichten, ondanks de zeer sterke bevolkingstoename in het tweede kwart van de 19e eeuw. Er mag worden gesteld dat de organisatie van het Asser gemeentelijk apparaat nog in essentie is geschoeid op de wettelijke leest ex artikel 108. De invoering van GOS zal aan deze continue lijn vanaf 1851 een einde maken. In deze paragraaf zullen de organisatorische constructies rond de secretarie en de gevolgen van de wetswijziging van 1931, regelende de vorming van zelfstandige takken van dienst (artikel 252) worden behandeld.
In zeer veel gemeenten zijn de bestaande bestuursmodellen direct terug te voeren op artikel 108 van de gemeentewet 1851. Dit artikel, luidende “de secretarie is den raad, Burgemeester en Wethouders en de commissiën van den raad in alles wat het hun opgedragen bestuur aangaat, behulpzaam”, wordt geïnterpreteerd als zou de secretaris een soort oppertoezicht uitoefenen over het gehele bestuurlijke apparaat. Het artikel, geformuleerd in een tijd dat de verschillende bestuursondersteunende taken nog in één persoon verenigd konden zijn, zou aanleiding geven tot onhoudbare situaties, toen er zich na verloop van tijd afzonderlijke secretarieafdelingen en taken van dienst vormden.
In het jaar van de invoering van de Gemeentewet vond ook de eerste uitbreiding van de secretarie plaats. De raad stond nog niet erg welwillend tegenover vergroting van het ambtelijk apparaat. De eerste klerk ter secretarie kreeg aanvankelijk een tijdelijke aanstelling. Maar de precieze omschrijving van de taken van het gemeentebestuur in de nieuwe wet leidde tot een toename van de administratieve werkzaamheden. In 1852 werd niet alleen aan de eerste klerk een vaste werkkring geboden, ook werd al een tweede klerk benoemd. Aan het einde van het decennium vond de aanstelling van een derde klerk plaats. In de daarop volgende jaren stagneerde de ontwikkeling van de secretaris. Niet alleen zal de benoeming van een stadsbouwmeester met een eigen instructie tot een lastenverlichting van de secretarie hebben geleid, ook speelde toen de problematiek van het vrijwilligerswerk. In 1876 werd namelijk de vacature 3e klerk ter secretarie niet vervuld omdat daarin al werd voorzien door een volontair.
Rond de eeuwwisseling nam de groei van de secretarie sterk toe. Er werden twee afdelingen met afzonderlijke taken gecreëerd. Nadat in 1885 de beide klerken waren bevorderd tot commies, ontstond in 1903 een welhaast onontkoombare hiërarchische opbouw van de secretarie door de benoeming van klerken. Enkele jaren later was de hiërarchische structuur nog verder ontwikkeld: hoofdcommies-commies-adjunctcommies-klerken-volontair-bode. In 1919 werd door de aanstelling van een typiste de basis gelegd voor de ontwikkeling van een aparte typekamer.
De eerste afdeling van de secretarie behartigde voornamelijk financiën, onderwijs en registratuur. De tweede afdeling droeg in eerste instantie de zorg voor bevolkingszaken c.a. Daarnaast was er sinds 1911 een apart bureau ter secretarie dat de controle op de gemeentelijke belastingen uitoefende. De tweeledige structuur van de secretarie hield stand tot 1928. Het ware te verwachten dat een sterke toename der werkzaamheden enerzijds wen het te ruime takenpakket der afdelingen anderzijds de voornaamste redenen tot een reorganisatie zouden vormen. Maar de overweging tot de reorganisatie van 1928 was niet gelegen in de aard der werkzaamheden, maar in de bezwaren van de ambtenaren tegen de te lage salariëring en tegen de wringende hiërarchie. Het College van B&W was genegen tot een algehele reorganisatie over te gaan, maar de secretarie gevoelde weinig behoefte daartoe. Na een langdurige discussie werd besloten tot de instelling van een derde afdeling. In de praktijk was het al zo dat de eerste afdeling door de geringe samenhang der taken –financiële en onderwijs- in tweeën was gesplitst. Deze verdeling de facto werd geïnstitutionaliseerd door de vorming van de derde afdeling, belast met onderwijs- en personeelszaken.

Kenmerken

Datering:
1806-1909
signaalicoon:
stop.gif
Auteur:
S. Vos en E.J. Brink 2009
Bijzonderheden:
NB dit archief bevindt zich niet op de locatie Brink 4 en kan alleen via reservering geraadpleegd worden. Het aanvraagformulier vindt u op drentsarchief.nl
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0921 Oud-Archief van de gemeente Assen - NB dit archief bevindt zich niet op de locatie Brink 4 en kan alleen via reservering geraadpleegd worden. Het aanvraagformulier vindt u op drentsarchief.nl
VERKORT:
NL-AsnDA, 0921